SAL7762, Akte: V°304.1 (570 van 661)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°304.1  
Act
Datum: 1475-05-09

Transcriptie

2020-01-07 door Walter De Smet
Item also als ten vervolghe h(ere)n wout(er)s sweers voergange(r) en(de) p(ro)cur(eur)/
sgoidshuys va(n)de(r) elff duysent meeghden opte halfstrate alhier dwelc/
van wegen der weduwen henricks wilen van artsloe geheten va(n)/
cauwelille [coventuale inden vors(creven) goidshuyse] met scepen(en) brieven van loeven gepasseert int jair xiiii[c]/
xxxix houdende es tweelff gulden ryders erfliker rinten/
aen ende op een block ouder land ende beemd geheten der beeck/
block gelegen inde prochie van oplynthe(r) ne nu toebehoiren(de)/
h(ere)n conrarde vander mee(re)n (et)c(etera) ridde(r) gelegen inde prochie van/
oplynthe(r) neven de strate gaende te nederlynthe(r) wairt naist/
der elsstraten en(de) den goeden h(ere)n diericks wilen necker priest(er)s/
gescreven en(de) versocht es geweest vander stad wegen van loeven/
den meye(re)n van oplynte(r) dat zij de voirs(creven) goede en(de) onderpande/
zo v(er)re die tsijsgoede waren leverden en(de) peislic daden volgen/
den voirs(creven) goidshuyse p(ro)cureur oft den bring(er) der vors(creven) brieve/
tot behoef svoirs(creven) goidshuys om dair aen heur gebreck en(de)/
acht(er)stel der voirs(creven) rinten te moegen nemen Ende wairt/
dat de voirs(creven) h(er) conraird oft yeman anders tegen de voirs(creven)/
scepen(en) brieve yet alleg(ere)n woude dat hij des op heden alhier/
quame te rechte gelijc de vors(creven) zeyndbrieve dat voird(er) inhielden/
So es de voirs(creven) p(ro)cureur op heden gecompareert inde banck alhier/
allege(re)nde dexploiten bijden vors(creven) meye(re)n alse vanden vors(creven) v(er)suecke/
en(de) scriven geschied en(de) versueckende want de voirs(creven) h(er) conrard/
noch nyeman anders tegen hem en quame te bliven in zijn/
lev(er)inghe So hebben de scepen(en) van loeven ierst der/
stad bode aengehoirt die tuyghde hem de lev(er)inghe der vors(creven)/
goede bijden voirs(creven) meye(re)n geschied [en(de)] te wesen gewijst voer/
een vo(n)nisse so verre des vors(creven) goidshuys [wederp(ar)tie] niet en quame/
ten opstaene tsmeyers en(de) van hen also zij en dede datmen dan/
den vors(creven) p(ro)cureur houden sal tot behoef svors(creven) goidshuys in/
zijnre leveringhen also v(er)re alst noch voer hen comen es/
Cor(am) roelants roelofs lyemingen b(er)ghe langr(ode) vos heyk(ens)/
maii ix
Nagekeken doorJan Boncquet
ModeratorJan Boncquet
Laatste update:: 2016-06-21 door Jos Jonckheer