It(em) also als henrick moerkens geleidt zijnde na den rechte der stad van/ loeven tot den goeden jans de punde(re) schoemakers jans vullinc ty(n)nepot/ ghiet(er)s ende jans wilen hals cled(er)makers den selven janne de punde(re)/ janne vullinc ende der weduwen des voirs(creven) wilen jans hals hadde/ doen bevelen met eenen vorste(re) bij consente vander stad heure hande/ te lichten vanden voirs(creven) goeden te weten der vors(creven) weduwen va(n)/ huyse ende hove gelegen inde b perckstrate dair zij inne woend/ en(de) voirts vander haven d(air) inne wesen(de) En(de) voirts van allen den ande(re)n/ goeden beide have en(de) erve der vors(creven) jans ende jans Oft dat zij tot/ eenen zeke(re)n daghe op heden dienende des tegen hem voer meyere/ en(de) scepen(en) alhier te rechte quamen des de vors(creven) henr(ick) hem gedroegh/ tot den vorste(re) Ende de vors(creven) jan de punde(re) jan vullinc en(de) de/ weduwe theuren daghe niet comen en zijn noch nyemant van/ heuren weghen So hebben de scepen(en) van loeven ierst gehoirt/ vanden vorste(re) certificacie vanden vors(creven) zijnen exploite gewijst voer/ een vo(n)nisse so verre des vors(creven) geleidden wed(er)p(ar)tien niet en q(ua)men/ ten opstaene smeyers en(de) van hen datmen dan den vors(creven) geleidden/ vanden vors(creven) goeden houden zall in zijnen beleide tot zijnre wettig(er)/ geverificeerder gebreke behoef also verre alst noch voer hen comen/ es Cor(am) roelofs borch berg(hen) [vync] vos tybe sept(embris) vii