It(em) barbele van breedzijp geheten bras heeft gelooft janne/ vanden male oudschoemake(r) neghen stuv(er)s te iii pl(a)c(ken) tstuc/ te weten eenen dairaf bynnen viii dagen naistcomen(de)/ een(en) stuv(er) bynnen viii dagen dairnae en(de) also voirt/ vervolgen(de) alle weken eenen stuv(er) d(air)af te betalen tot/ dat all betailt zal zijn Cor(am) moelen burgim(a)g(ist)ro/ septembr(is) xiii