It(em) also als ten vervolghe h(ere)n jans van s(in)te guericx ridders alse/ geleidt voe(r) zijn wettich gebreck tot allen den goeden have en(de)/ erve huyghen roelofs gescr(even) es geweest aende meye(re)n/ lodewijcx vander borch in zijnen hove te nederijssche en(de)/ der hee(re)n van corby oic te ned(er)ijssche hem de selve goede/ te leve(re)n en(de) te doen volghen Ende oft de voirs(creven) huyghe henr(ic)/ zijn wyn of yemant anders dair tegen yet seggen oft alleg(ere)n/ wilde dat zij des quamen alhier voe(r) meye(r) en(de) scepen(en) int/ recht [tot eenen dage va(n) rechte] mids v(er)strikene van genechten op heden dienen(de) ald(aer)/ zij noch nyemant va(n) heuren wegen comen en es h(ere)n janne/ vanden b(er)ghe p(ri)este(r) alse p(ro)cur(eur) des voirs(creven) geleidden compare(re)nde/ en(de) trecht v(er)suecken(de) So hebben de scepen(en) van lovenen yerst/ aengehoirt tyboute bode d(er) stad van lov(en) die cleerde bij eede/ dat dexecucie navolgen(de) den v(er)suecbrieven geschied was en(de)/ p(ar)tien dach bescheiden en(de) desgelijcx andriese van voshem/ vorste(r) te lov(en) die cleerde bij eede dat hij de conde gedaen/ hadde janne vander grecht en(de) den selven dach bescheiden t(er)/ maniss(en) smeyers gewijst voer een vo(n)nisse So v(er)re des vors(creven)/ geleidden wed(er)p(ar)tie niet en quame ten opstaene smeyers ende/ van hen scepen(en) datmen hem dan vanden vors(creven) goeden houden sal/ in zijnen vors(creven) beleide tot zijnen wettigen gebreke behoef also/ v(er)re alst noch voer hen scepen(en) comen es cor(am) eisdem