It(em) jouffr(ouwe) geertruydt vand(en) mersberge weduwe gorijs wilen/ van sinte peters cum tuto(r)e in pr(esenci)a heeft gekint en(de) gelijdt dat/ goird vand(en) berge en(de) jouffr(ouwe) m(ar)griete van s(in)te pet(er)s zijn wijf/ heu(r)e docht(er) hair in p(rese)ntien en(de) teghewoirdich(eit) van meest(er) pet(ere)n/ heu(r)en sone en(de) heur(e)r alder vriende(n) volcomen rekeni(n)ge en(de)/ bewijs gedaen hebbe(n) van alle alsulk(er) hantteringe(n) en(de) bewinde als/ zij oft deen van hen beide(n) hebbe(n) oft heeft gehadt vand(er) vercocht(er)/ haven en(de) beruerlijke(n) goeden gebleven na de doot des voirs(creven)/ wile(n) gorijs bij ghemeynen overdrage en(de) consente d(er) voirs(creven) moed(er)/ heure(n) kinde(re)n en(de) vriend(en) vercocht desgelicx van alle bewinde/ en(de) hantteringe(n) die zij hebbe(n) oft heeft gehadt vand(en) vruchten/ gecome(n) vand(en) goeden der voirs(creven) wile(n) gorijs en(de) jouffr(ouwe) g(er)truyd(e)/ tot s(in)tjansmisse toe lestleden incluys Ende dat hen come(n) boven/ alle ontfanck der so(m)men van vijf mudden en(de) sesse mol(evaten) rogs/ en(de) seventachtentich rijnsch g(ulden) te lx pl(a)c(ken) tstuc veerthien/ en(de) eene(n) halven stuv(er)s een pl(a)c acht scellinge pay(ments) Scelden(de)/ volcomelic quijte Promitt(ens) rat(um) cor(am) hove naus(nidere) m(ar)tii ulti(m)a