It(em) m(a)g(iste)r petrus corttenback zegele(r) m(ijns) h(ere)n sbusscoppe(n) van luydick/ willem va(n) walsberge nu t(er) tijt burg(er)meest(er) der stadt van gelde/ naken en(de) dierick lebegge rentm(eeste)r m(ijns) gened(ichs) h(ere)n shertoge(n) va(n)/ brabant in zijnder stadt va(n) loeven(e) alle renu(n)tie(re)nde (et)c(etera) hebbe(n)/ geloeft ind(ivisim) h(ere)n merten blijdelivens p(re)laet van sinte b(er)naerts/ opde schelle bij antwerpe(n) vijf hondert rijnsch g(ulden) te lx pl(a)c(ken)/ tstuc bynne(n) twee jae(re)n naistcomen(de) te betalen t(am)q(uam) ass(ecutu)[m] Et/ p(ri)mi duo insup(er) p(ri)mis Met voirweerde(n) soe verre de voirs(creven) p(er)soen(en)/ oft deen van hen bijde(n) voirs(creven) abt oft zijn gheco(m)mitteerde(n) in/ toecomen(de) tide(n) bedwonge(n) wordde(n) tott(er) betalinge(n) en(de) ov(er)leveri(n)ge(n)/ der voirs(creven) so(m)me het wae(re) in all oft in deele dat alsdan de voirs(creven) abdt/ sculdich soude zijn t ov(er) te gheven(e) alsulken obligatie die hij vand(er)/ selv(er) so(m)men heeft van m(ijn) h(ere)n genaden van luydick bijder cap(it)len/ geconfirmeert opt landt van hug(ar)den mids gad(er)s alle d(er) actien/ die hij heeft inde selve Behalve(n) oic dat hij de voirs(creven) obligatie(n)/ den voirs(creven) borge(n) ov(er)gheve(n) sal by(n)nen eenre maent na de(n) valdach/ ten langhste(n) en(de) niet anders oft voirde(r) en sal hij de voirs(creven) p(er)soen(en)/ come(n) gep(ra)me(n) coram roelants hove aprilis xxiii