Allen den ghenen die dese l(ette)ren zullen sien oft ho(r)en lesen burg(ermeesteren)/ scepen(en) en(de) raide der stat van loven(e) saluyt doen cont dat/ jan symoens sone wilen wouters woenen(de) torp le grand/ heeft geconstituert volcomen macht procuracie en(de)/ auctoriteit gegeven jaquemair le buc henricke de walsche/ woenen(de) te loven(e) inden helm willem(me) van lele janne van/ boirs en(de) wille(m)me de wynne en(de) elken besunder om/ alle zijn saken questien en(de) gescillen dit hij in aenlegg(er)/ oft verweerder stat te doen heeft oft nameels te doen/ hebben sal mogen te v(er)wa(r)en te bedingen te wynnen en(de)/ te verliesen alle zijn chijsen renten pachten en(de) sculden/ te manen teysschen opteboren en(de) tontfangen dair voir/ te panden te dagen rastementen te doen leggen (et)c(etera) quit(ancie)/ te gheven te replicere(n) (et)c(etera) getuygen te leid(en)? (et)c(etera) P(ro)mitt(ens) rat(um)/ salvo iusto calculo liefkenrode substituto berghe naus(nidere)/ aug(usti) penult(ima)