Item ambrosus vanden dale die jonghe onlanx leden hem/ heeft gevordert tonderstane van naderscape die drie/ dachmale lants gelegen te rode in twee stucken d(air)af deen/ houden(de) es onderhalf dachmale vijfste schoef tusschen de/ goede jans hoevarts in deen zijde en(de) jans tuelens peters/ sone op dandere gehouden vanden abt van percke Ende/ dander stuc es gelegen tusschen den goeden des godshuys/ vanden wittevruwen te lov(ene) en(de) de loestrate en(de) is houden(de)/ i(½) dachmale gehouden van he(re)n lodewijcken pynnock/ here ter horst ridder (etcetera) in welcke goede henric van/ boenenrode bij brueder arnde ijsenbrant gegoet wert voir/ meye(r) en(de) scepen(en) van loven(e) opden xv dach d(er) maent/ van april lestleden Van welcken goeden de vors(creven) henric/ onderhalf dachmale gehoud(en) vanden voirs(creven) he(re)n lodewike/ in tshe(re)n hande opgedragen heeft tot des vors(creven) ambros(en)/ behoeff op hope dat hij soude hebben voldaen in p(rese)ncia/ Renu(n)cians quoad hec p(ri)vileg(iis) (et)c(etera) heeft gekint/ en(de) gelijdt dat hij bynnen den tijde dair toestaen(de)/ vander voirs(creven) naerderscap niet en heeft genoech gedaen/ mits den welken hij scheyt gheheelic vand(er) selver/ naderscap en(de) alle den rechte dat hij dair aen hadde/ dair op tot behoeff des voirs(creven) henricx verthiden(de)/ en(de) renu(n)cie(re)nde Promitt(ens) sat(is)f(acere) si q(ui)d prout hove/ nausnide(re) augusti xi