SAL7772, Akte: V°34.4-R°35.1 (60 van 666)
Akte V°34.4-R°35.1
Act
Datum: 1485-07-18
Transcriptie
2021-03-29 door Gerry Van HelmontIt(em) peter vander hoeven in p(rese)n(ci)a heeft gekint en(de) gelijdt/
dat hem jouffr(ouwe) ma(r)ie van dongelberge natuerlijke/
docht(er) jacops wile(n) van dongelberge weder ov(er)gelevert/
heeft de selve(n) juweele(n) hier na volgen(de) te weten(e)/
yerst sesse silve(re)n slechte schale(n) de borden vergult wegen(de)/
neghe(n) m(er)ct It(em) eene(n) gulden(en) halsbant met grauwe(n)/
en(de) swerte(n) bloeme(n) veramaest wegen(de) vijf once(n) twee/
ingelsche(n) It(em) een(en) gulden(en) halsbant veramaest met/
hertte(n) root en(de) wit wegen(de) vier oncen min eene(n)/
yngelsche(n) welcke juweele(n) hij augusti xiiii lestleden d(er)/
selver jouffr(ouwe) voe(r) alsulken xxv rijnsch g(ulden) lijfpen(sien)
//
als hij heur opden selve(n) dach bekinde pantgewise in hande(n)/ stelde met oick eene(n) silve(re)n croepe met eene(n) dobblen cante/ vergult en(de) een silve(re)n decsele van eene(n) croese met/ eenre hoog(er) bloeme(n) getraent en(de) vergult wegen(de) tsam(en)/ tien merct i(½) once welke zij noch behoude(n) heeft ende/ heeft d(air)om inde stadt vand(en) selve(n) juweele(n) die zij hem/ alsnu ov(er)gelevert heeft der selv(er) jouffr(ouwe) voe(r) de selve v/ twintich rijnsch g(ulden) lijft(ocht) wedero(m)me pantsgewise met/ gielijse de vos vorste(r) in hande(n) gestelt en(de) met rechte/ gelev(er)t de selve(n) juweele(n) hier nae bescr(even) bove(n) den voirs(creven)/ croes mette(n) decsele die zij te hemw(er)t behouden heeft/ Te weten(e) yerst twee silve(re)n potte(n) ind(en) hals met/ een(en) vergulden(en) bande op elke(n) bant staen(de) drie schildekens/ bove(n) geteekent met twee l(ette)ren deen doe(r) dande(r) g en(de) k/ de boirde beneden en(de) bove(n) al vergult en(de) opde heyse/ eene(n) vergulde(n) draech gemaelt wegen(de) tsame(n) scaers/ neghen merct Item noch een(en) silve(re)n pot boven geteeke(n)t/ met drie groene loefkens en(de) vier sanguine(n) bloemkens/ de boirden al boven vergult It(em) noch twee cleyn potte(n)/ oic de boirde(n) bove(n) en(de) beneden vergult en(de) de heysen/ v(er)wapent mette(n) kersmak(er)s wapen(en) wegen(de) tsame(n) dese/ drie potten thien merct en(de) twee oncen Te dier mey/ ni(n)ghe(n) dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) talle(n) tijden alst heur gelieft/ de voirs(creven) lijftocht met principale allecoste(n) pachte(n) d(air)af/
verschene(n) en(de) oic de cost(en) dair op geloepe(n) aen de voirscr(even)/
juweele(n) met rechte sal moege(n) verhale(n) en(de) oft(er) ov(er)de/
dat sal zij sculdich zijn weder te kee(re)n en(de) ofter gebrake/
dat zij voirt moege(n) volge(n) met rechte opden voirs(creven)/
pete(re)n en(de) zijn goede en(de) de voirs(creven) lijfpen(sien) afgequeten/
oft verstorve(n) zijnde heeft zij gelooft de selve juweele(n)/
te restitue(re)n Coram scoenvorst vynck julii xviii
//
als hij heur opden selve(n) dach bekinde pantgewise in hande(n)/ stelde met oick eene(n) silve(re)n croepe met eene(n) dobblen cante/ vergult en(de) een silve(re)n decsele van eene(n) croese met/ eenre hoog(er) bloeme(n) getraent en(de) vergult wegen(de) tsam(en)/ tien merct i(½) once welke zij noch behoude(n) heeft ende/ heeft d(air)om inde stadt vand(en) selve(n) juweele(n) die zij hem/ alsnu ov(er)gelevert heeft der selv(er) jouffr(ouwe) voe(r) de selve v/ twintich rijnsch g(ulden) lijft(ocht) wedero(m)me pantsgewise met/ gielijse de vos vorste(r) in hande(n) gestelt en(de) met rechte/ gelev(er)t de selve(n) juweele(n) hier nae bescr(even) bove(n) den voirs(creven)/ croes mette(n) decsele die zij te hemw(er)t behouden heeft/ Te weten(e) yerst twee silve(re)n potte(n) ind(en) hals met/ een(en) vergulden(en) bande op elke(n) bant staen(de) drie schildekens/ bove(n) geteekent met twee l(ette)ren deen doe(r) dande(r) g en(de) k/ de boirde beneden en(de) bove(n) al vergult en(de) opde heyse/ eene(n) vergulde(n) draech gemaelt wegen(de) tsame(n) scaers/ neghen merct Item noch een(en) silve(re)n pot boven geteeke(n)t/ met drie groene loefkens en(de) vier sanguine(n) bloemkens/ de boirden al boven vergult It(em) noch twee cleyn potte(n)/ oic de boirde(n) bove(n) en(de) beneden vergult en(de) de heysen/ v(er)wapent mette(n) kersmak(er)s wapen(en) wegen(de) tsame(n) dese/ drie potten thien merct en(de) twee oncen Te dier mey/ ni(n)ghe(n) dat de voirs(creven) jouffr(ouwe) talle(n) tijden alst heur gelieft/ de voirs(creven) lijftocht met principale alle
Nagekeken door: myriam bols , Mi-Je Van Gils
Moderator: myriam bols
Add. 1
Transcriptie
2021-03-29 door Gerry Van HelmontAlle dese juweele(n) die zij jouffr(ouwe) ma(ri)e pantgewijse lestwerfve(n) ond(er) gesadt heeft/
heeft [sij] ov(er)gelev(er)t in hand(en) pet(er)s vand(er) hoeve(n) wai(r) zij afgeliet es pe(nultima)? dec(embris) anno lxxxv/
... vacat
Nagekeken door: myriam bols , Mi-Je Van Gils
Moderator: myriam bols
Laatste update:: 2019-01-24 door The Administrator