It(em) gordt hermeys loenijs van udekem ende jan van/ baussele die executeurs zijn vanden testame(n)te wille(m)s/ wilen maes wilens haeflike en(de) beruerlike goede(n) jan/ vanden bossche geheete(n) inden yngel gerasteert ende/ beslage(n) heeft bynne(n) zijne(n) platen voir gebreck van/ voldoeni(n)gen der hueri(n)gen van zijne(n) huyse hebben/ geloeft ind(ivisim) dat zij de pe(n)ni(n)gen die come(n) sulle(n)/ vand(en) voirs(creven) haeflike(n) goeden die zij v(er)coepe(n) sulle(n)/ bij consente des voirs(creven) jans in handen sulle(n) behoude(n)/ tot behoef des voirs(creven) jans totter tijt zij mette(n) selve(n)/ sullen zijn ov(er)come(n) mett(er) mi(n)nen oft mette(n) rechte/ ende dat zij he(m) mette(n) selve(n) pe(n)ni(n)gen sulle(n) v(er)nuege(n)/ cora(m) hoeve(n) burg(imagistr)[o] augusti xvii