It(em) jan van assele heeft geloeft m(er)ten(en) bubbele(re)/ alle alsulken wishout en(de) rijs met oic seven/ eyken liggen(de) te bierbeke als hij tegen janne/ van bierbeke gecocht heeft tusschen dit en(de)/ half vasten(en) oft ombegrepen te paessche(n) d(aer)nae/ te loven te leve(re)n elke wisse en(de) elc hond(er)t/ rijs om en(de) voir xv pl(a)c(ken) en(de) de vii eyken/ tstuc voir iii st(uvers) en(de) dies bekint jan van/ m(er)ten(en) gehave(n) te hebben(e) vie(r) r(insch)g(ulden) vi st(uvers)/ ta(m)q(uam) ass(ecutu)[m] cor(am) buetsele burg(imagistr)[o] januarii/ xxii