SAL7775, Akte: V°410.3 (752 van 763)
Akte V°410.3
Act
Datum: 1490-06-21
Transcriptie
2021-02-27 door Karel EmbrechtsItem matheeus van coelhe(m) ende jan de weve(re) als/
mo(m)boi(r)en vand(en) heyligen geeste van libbeke in p(rese)ncia/
hebben gekint en(de) geleden dat hen lodewijck/
vand(er) borch als executeur vand(en) test(ament)e jouffr(ouwe) ka(tli)[ne(n)]/
wilen vand(en) berghe tot behoef vand(en) selven/
heylige(n)geeste mits der assignacie(n) van eene(n)/
rinschguld(en) erflic op heden gedaen van dien iiii r(insch)gul(den)/
erflic die jan wilen ca(m)pus der voirs(creven) jouffr(ouwe) sculdich/
was volcomelijc v(er)nuecht heeft ende geco(n)tenteert/
van alsulken rinschguld(en) erflic als de voirs(creven) jouffr(ouwe)/
katline den voirs(creven) heylige(n)geeste met test(ament)e gemaict/
en(de) gelaten heeft Scelden(de) den voirs(creven) lodewijcke en(de)/
alle ande(r) d(aer)af volcomelijc quyt eisdem
Nagekeken door: kristiaan magnus
Moderator: kristiaan magnus
Laatste update:: 2018-07-16 door The Administrator