SAL7777, Akte: R°186.3-V°186.1 (445 van 451)
Akte R°186.3-V°186.1
Act
Datum: 1491-12-10
Transcriptie
2021-07-29 door myriam bolsIt(em) jan hubrechts cleermake(r) ter eenre peeter vander/
voeren ende katlijne vande(n) velde zijne huysvr(ouwe) ter ande(r)/
zijden in p(rese)ntia hebbe(n) gekint ende gelijdt dat sij/
aengaen(de) eene(n) hove ende seke(re)n goeden geleg(en) inde/
p(ro)chie van libbeke dwelc sij tesamen teg(en) ja(n)ne/
vander nat onlanx vercrege(n) hebbe(n) dair op sij diverse/
lasten van beleyden ende rinten bevonden dair af sij/
ten tijde vand(en) come(n)scap niet en wisten dair om sij teg(en)
//
malcande(re)n in twiste wa(r)en mynlijck bij onderwijse van/ vrienden overcome(n) ende veraccordeert sijn inder manie(re)n/ h(ier) nae verclairt Te weten(e) dat de voirs(creven) jan/ tsijne(n) laste nemen ende dragen sal alsulken rinte/ van x croone(n) erflijck tsjaers die h(er) augustijn wijlen/ vanden borchove(n) hadde aen en(de) op alle de goede des/ voirs(creven) jans vander nat ende dair voe(r) peeter van/ dormale als p(ro)cur(eur) der wed(uw)[en] des voirs(creven) hee(re)n augustijns/ tot allen den goeden des voirs(creven) jans vander nat/ geleyt es met scepen(en) brieve(n) van loeven(e) ende soe vele/ doen dat de voirs(creven) goede die sij tsame(n) hebbe(n) vercrege(n)/ besund(er) tp(er)t der voirs(creven) gehuyssche(n) dair bij niet belast/ bescadicht oft gepraemt en sulle(n) wordden in e(n)nigen/ tijden toecomen(de) oft dat hij sal laten versmelte(n) alsulke(n)/ iiii peeters erflijc ende drie mudden rogs erfpachts/ als hij jan hubrechts opde selve goede van te vo(r)en/ hadde welke rinte(n) jonge(r) sijn dan tvoirs(creven) beleyt/ Ende dair af sal de selve jan hubrechts kuese hebben/ den welken hij sal moete(n) doen soe wa(n)neer de voirs(creven)/ peeter metten beleyde sal wille(n) p(ro)cede(re)n des sulle(n)/ de voirs(creven) jan ende gehuysschen te gelijken laste dragen/ ende cuelen dbeleyt der voirs(creven) jouffr(ouwe) van duysborch en(de)/ alle ande(re) lasten die voirtaen dair op bevonden sulle(n) wordden/ oft hue(r) gedeelte dair af te laten liggen Ende oft de voirs(creven)/ jan hubrechts kiest liever sijn voirs(creven) rinte(n) te laten versmelte(n)/ dan aen tenemen(e) den last vand(en) voirs(creven) x croone(n) erflijck/ soe sulle(n) de voirs(creven) gehuysschen met en(de) gelijck den voirs(creven)/ janne hubrechts dair aff te laste staen ende met/ malcande(re)n te gelijken coste die hulpe(n) v(er)reycken opde/ goede des voirs(creven) jans vander nat te berthe(m) geleg(en)/ die dair voe(r) veronderpant staen cor(am) b(er)ghe h(er)meys dece(m)br(is) x
//
malcande(re)n in twiste wa(r)en mynlijck bij onderwijse van/ vrienden overcome(n) ende veraccordeert sijn inder manie(re)n/ h(ier) nae verclairt Te weten(e) dat de voirs(creven) jan/ tsijne(n) laste nemen ende dragen sal alsulken rinte/ van x croone(n) erflijck tsjaers die h(er) augustijn wijlen/ vanden borchove(n) hadde aen en(de) op alle de goede des/ voirs(creven) jans vander nat ende dair voe(r) peeter van/ dormale als p(ro)cur(eur) der wed(uw)[en] des voirs(creven) hee(re)n augustijns/ tot allen den goeden des voirs(creven) jans vander nat/ geleyt es met scepen(en) brieve(n) van loeven(e) ende soe vele/ doen dat de voirs(creven) goede die sij tsame(n) hebbe(n) vercrege(n)/ besund(er) tp(er)t der voirs(creven) gehuyssche(n) dair bij niet belast/ bescadicht oft gepraemt en sulle(n) wordden in e(n)nigen/ tijden toecomen(de) oft dat hij sal laten versmelte(n) alsulke(n)/ iiii peeters erflijc ende drie mudden rogs erfpachts/ als hij jan hubrechts opde selve goede van te vo(r)en/ hadde welke rinte(n) jonge(r) sijn dan tvoirs(creven) beleyt/ Ende dair af sal de selve jan hubrechts kuese hebben/ den welken hij sal moete(n) doen soe wa(n)neer de voirs(creven)/ peeter metten beleyde sal wille(n) p(ro)cede(re)n des sulle(n)/ de voirs(creven) jan ende gehuysschen te gelijken laste dragen/ ende cuelen dbeleyt der voirs(creven) jouffr(ouwe) van duysborch en(de)/ alle ande(re) lasten die voirtaen dair op bevonden sulle(n) wordden/ oft hue(r) gedeelte dair af te laten liggen Ende oft de voirs(creven)/ jan hubrechts kiest liever sijn voirs(creven) rinte(n) te laten versmelte(n)/ dan aen tenemen(e) den last vand(en) voirs(creven) x croone(n) erflijck/ soe sulle(n) de voirs(creven) gehuysschen met en(de) gelijck den voirs(creven)/ janne hubrechts dair aff te laste staen ende met/ malcande(re)n te gelijken coste die hulpe(n) v(er)reycken opde/ goede des voirs(creven) jans vander nat te berthe(m) geleg(en)/ die dair voe(r) veronderpant staen cor(am) b(er)ghe h(er)meys dece(m)br(is) x
Nagekeken door: Mi-Je Van Gils
Moderator: Mi-Je Van Gils
Laatste update:: 2015-04-28 door Jos Jonckheer