It(em) de voirs(creven) henrick de keyse(re) in p(rese)ntia heeft/ gekint ende gelijdt dat mits der voirs(creven) guedi(n)g(en)
//
afgequete(n) sijn ende versmolten sulle(n) blive(n) alsulk(en)/ vijff mudden rogs als hij jairlijx heffen(de) was aen/ ende op de voirs(creven) drie boende(re)n lants met meer/ ande(re)n goeden den voirs(creven) p(er)soene(n) toebehoiren(de) mette(n)/ verloopen(en) pachten van vie(r) ja(r)en die hem uut saken/ van dien verschene(n) sijn welke voirs(creven) vijf mudden/ rogs hem jairlijx vielen ende verschenen s(in)t andries(miss)[e]/ ap(oste)ls ende ombegrepe(n) alle ja(r)e te kersavonde/ volbetaelt te zijne gelijkerwijs dat claerlijc blijct/ met seke(re)n scepen(en) brieve(n) van erps d(air)op gemaict/ P(ro)mitt(ens) null(atenus) alloqui sed war(andizare) prout Met cond(ici)[en]/ ende voirweerden h(ier) inne ondersproken en(de) bevorwert/ soe verre naemaels bevonde(n) wordde dat de voirs(creven)/ henrick vande(n) voirs(creven) drie boende(re)n lants gheene goede/ guedinge en hadde oft dat oick hem die in al oft/ in deele afgewonne(n) wordden dat in dien gevalle/ de voirs(creven) henrick ende sijne naecomeling(en) sulle(n)/ sijn ende blive(n) in hue(re)n volle(n) ende geheele(n) rechte/ vande(n) voirs(creven) vijff mudde(n) corens erflijc opde voirs(creven)/ drie boender lants ende ande(re)n goeden d(air) voe(r)/ verobligeert ende geypothiceert ende niet anders/ noch voirde(r) Ende te dier meyni(n)gen sijn de br(iev)[en]/ vande(n) voirs(creven) vijff mudde(n) corens alh(ier) onder ons geleet/ in eender doozen d(air) op de name(n) der voirs(creven) p(er)soene(n)/ staen gescreve(n) om eene(n)yegelijke(n) van hen dien/ behoeven(de) es te gebruycken(e) cor(am) b(er)ghe h(er)meys/ julii xxv