SAL7778, Akte: R°338.2-V°338.1 (665 van 812)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°338.2-V°338.1  
Act
Datum: 1493-04-01

Transcriptie

2019-01-09 door Walter Winnelinckx
Item goort van landen(en) jan baerts jan boene/
raes de rijke en(de) anthonijs scoliers als late en(de)/
hee(re)n van vliederbeke in zijnen hove te herent/
in p(rese)ncia hebben getuycht dat baltasar van/
hasendonck als meye(r) des voirs(creven) hee(re)n heeft/
met hen laten voirgenoemt gedaecht op een/
hofstadt met eene(n) blocke dair acht(er) gelegen/
houden(de) omtrint een boend(er) gelegen omtrint der/
kercken van wynxele wijlen toebehoiren(de)/
willem de custe(re) nu der erfgenamen jans wijlen/
stockens tusschen de goede jans vand(er) banck/
op deen de strate op dande(r) en(de) de goede willems/
moens opde derde zijden voir gebreck van twee/
s(chelling) en(de) vier cap(uynen) grontchijs die de selve hee(re)/
dair op eysschen(de) en(de) heffen(de) es nae inhout
//
des chijsboecx en(de) heeft aldair doen voirtroepen/
ende voirtgeroepen de kinde(re) en(de) erfg(enamen) jans/
wijlen stuckens en(de) gorde vekeman hue(r) mo(m)boirs/
en(de) de behoirlike conde d(air) af doen doen aen den/
p(er)soon des voirs(creven) goorts vekeman dair de selve/
kinde(re) woenechtich zijn en(de) oick onder de clocke/
en(de) voirts alle ande(re) hen rechts vermeten(de) mochten/
totte(n) voirs(creven) goede(n) oft zij hem van zijne(n) voirs(creven)/
chijse met coste en(de) co(m)me(r) hadden wille(n) voldoen/
Ende want niemant en quam die den voirs(creven)/
meye(r) tot behoef van zijnen hee(re) voldede heeft/
de selve meye(r) inden name als voe(r) gedaicht ende/
gewacht met rechte deen genechte voe(r) dande(r) tderde/
en(de) vierde van gracien by(n)nen wechten vier genechten/
nyeman(ne) gecompareert en es den voirs(creven) meye(r) inden/
name als voe(r) compare(re)nde en(de) trecht voirt/
versueken(de) Soe dat wij laten ter manissen des voirs(creven)/
meyers hebben gewesen met vo(n)nisse alle die jonghe(r)/
zijn dan de voirs(creven) hee(re) van vliederbeke en(de) met rechte/
es late(n) wete(n) die dair uut en(de) den voirs(creven) meye(r) tot/
behoef des voirs(creven) p(re)laets dair inne Ende want de/
voirs(creven) late(n) gheene(n) p(ro)pe(re)n zegel en hebben hebben zij/
gebeden den scepen(en) van loeven(en) dat zij dit met/
hen tuygen en(de) segelen willen Quod faciu(n)t borch/
boech(out) april(is) p(ri)ma
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2015-10-20 door Jos Jonckheer