SAL7779, Act: V°308.3-R°309.1 (588 of 809)
Act V°308.3-R°309.1
Act
Date: 1494-03-14
Transcription
2023-11-04 by fernand BERTRANDCondt zij allen lieden dat anthonijs besuts/
in p(rese)ntia heeft gekint en(de) geleden gehaven te/
hebben(e) en(de) o(n)tfangen uuyt handen mathijs
//
van rode rintmeest(er) des edelen en(de) moegen(de)/ hee(re)n hertogen willems h(er)toge tot gulck ende/ tot den berghe greve van raversberge hee(re)/ te heynsberge te dyest te zichen(en) (et)c(etera) de so(m)me/ van hond(er)t vierthien ende eenen halven goud(en)/ rinschguld(en) eenen stuv(er) sesse miten die hij/ bij guedingen voir scepen(en) van loven(e) v(er)crege(n)/ heeft tegen wilen jouffrouwen magrieten/ roelants weduwe doen zij leefde joes/ wilen absoloens gevallen ten t(er)mijne(n) naebe/ screven van dien te xiiii(½) rinschguld(en) eene(n)/ st(uver) vi miten erffelic die de voirs(creven) weduwe/ heffen(de) was op de goede chijsen en(de) pachten/ des voirs(creven) hertogen bescreven in seke(re) scepen(en)/ brieve(n) van loven(e) d(air)op gemaict Te twee/ t(er)mijnen half te paesschen en(de) half te bamisse/ te betalen(e) Ende dit vanden t(er)mijnen/ van paesschen en(de) bamisse beyde in dit/ tegewoirdich jair van xciii lestleden van/ dien twee hond(er)t l(i)b(ra)? eene(n) halve(n) r(insch)g(ulden)/ eenen stuv(er) en(de) sesse miten erflic d(air)af tsur/ plus boven de voirs(creven) hondert xiiii(½) r(insch)g(ulden)/ eenen stuv(er) vi miten h(er) jacop wilen hee(re)/ van salmen h(er) machiel absoloens ridd(er)/ en(de) gielijs van cav(er)son erffelic houden(de) zijn/ opde voirs(creven) goede Bekynnen(de) hem de/ voirs(creven) a(n)thonijs vand(en) voirs(creven) t(er)mijne(n) en(de)/ allen ande(re)n voirleden(en) t(er)mijnen bij hem/ v(er)schenen volcomelijck genoech gedaen/ te zijne Scelden(de) d(air)af volcomelijck/ quijt den voirs(creven) hertoge zijn goede en(de)/ ond(er)pande zijnen rintmeest(er) en(de) alle/ ande(re) quitan(cie) behoeven(de) Cora(m) cav(er)son/ vynck m(ar)cii xiiii
//
van rode rintmeest(er) des edelen en(de) moegen(de)/ hee(re)n hertogen willems h(er)toge tot gulck ende/ tot den berghe greve van raversberge hee(re)/ te heynsberge te dyest te zichen(en) (et)c(etera) de so(m)me/ van hond(er)t vierthien ende eenen halven goud(en)/ rinschguld(en) eenen stuv(er) sesse miten die hij/ bij guedingen voir scepen(en) van loven(e) v(er)crege(n)/ heeft tegen wilen jouffrouwen magrieten/ roelants weduwe doen zij leefde joes/ wilen absoloens gevallen ten t(er)mijne(n) naebe/ screven van dien te xiiii(½) rinschguld(en) eene(n)/ st(uver) vi miten erffelic die de voirs(creven) weduwe/ heffen(de) was op de goede chijsen en(de) pachten/ des voirs(creven) hertogen bescreven in seke(re) scepen(en)/ brieve(n) van loven(e) d(air)op gemaict Te twee/ t(er)mijnen half te paesschen en(de) half te bamisse/ te betalen(e) Ende dit vanden t(er)mijnen/ van paesschen en(de) bamisse beyde in dit/ tegewoirdich jair van xciii lestleden van/ dien twee hond(er)t l(i)b(ra)? eene(n) halve(n) r(insch)g(ulden)/ eenen stuv(er) en(de) sesse miten erflic d(air)af tsur/ plus boven de voirs(creven) hondert xiiii(½) r(insch)g(ulden)/ eenen stuv(er) vi miten h(er) jacop wilen hee(re)/ van salmen h(er) machiel absoloens ridd(er)/ en(de) gielijs van cav(er)son erffelic houden(de) zijn/ opde voirs(creven) goede Bekynnen(de) hem de/ voirs(creven) a(n)thonijs vand(en) voirs(creven) t(er)mijne(n) en(de)/ allen ande(re)n voirleden(en) t(er)mijnen bij hem/ v(er)schenen volcomelijck genoech gedaen/ te zijne Scelden(de) d(air)af volcomelijck/ quijt den voirs(creven) hertoge zijn goede en(de)/ ond(er)pande zijnen rintmeest(er) en(de) alle/ ande(re) quitan(cie) behoeven(de) Cora(m) cav(er)son/ vynck m(ar)cii xiiii
Contributors: Greet Stevens , Jos Jonckheer
Moderated by: Greet Stevens
Last update: 2018-07-16 by The Administrator