SAL7779, Act: V°321.4-R°322.1 (608 of 809)
Act V°321.4-R°322.1
Act
Date: 1494-03-18
Transcription
2023-11-17 by fernand BERTRANDVand(er) aenspraken die gord roelofs gedaen heeft op ja(n)ne/
van berthem zijnen zwager seggen(de) dat de selve jan ende/
des voirs(creven) gords brueders hem absent en(de) buyten lants zijnde/
hebben vercocht m(ijnen) hee(re) den prelaet des godshuys van s(in)[t]/
g(er)truyde(n) te loeven(e) een stuck lants gelegen onder den roesselberch/
en(de) gelooft den voirs(creven) goorde te vervane en(de) hem comen zijnde/
binnen lants heeft de voirs(creven) jan hem verhaelt de come(n)scap/
en(de) guedinge seggen(de) dat hen in deylingen gevalle(n) was/
bege(re)nde want hij ind(er) gued(ing)[en] vervange(n) was dat hij/
die woude approbe(re)n en(de) ratifice(re)n dat als hij oversach/
de deylinge bevant hij dair af de quitan(cie)? contrarie alsoe dat/
mits dien zijne voirs(creven) ande(re) brueders hem hadde(n) opgeleet/
en(de) betailt soe verre elcx deele aenghinghe zijn part
//
ende gedeelte vand(er) penni(n)gen die vand(er) voirs(creven) come(n)scap/ wa(r)en come(n) p(rese)nte(re)nde dese pointe(n) te thoene(n) soe verre hem die/ wordden ontkint hopende mits dien voir zijne conclusie dat de/ voirs(creven) jan sculdich soude sijn he(m) op te legge(n) en(de) te bet(al)[en] zijn part/ ende porcie vand(er) pe(n)ni(n)gen bij he(m) gehave(n) alsoe de voirs(creven) ande(re)/ hebben gedaen des he(m) geliefde tvo(n)nisse dair op de voirs(creven) jan/ he(m) verantwerden(de) dede segge(n) dat he(m) van des(er) aenspraken niet/ genoech en conde verwonde(re)n dat hij he(m) niet en hadde toegeseet/ ontkinnen(de) hem zijne vermete(n) pointe(n) hopen(de) voir zijne (con)clusie/ dat hij ongehouden soude sijn der aenspraken te meer want/ hue(re)r ald(er) moeder die tocht(er)sse noch livich ende levende is en(de) dat/ hij e(m)mers gehouden soude zijn dair af te verbeyden tot nae de doot/ en(de) aflivich(eit) der voirs(creven) moeder hebben gewesen de scepen(en) van loeven(e)/ ter manissen smeyers nae dien de voirs(creven) aenlegge(r) gewesen was/ tot zijnen thoene en(de) des volcomen dat de voirs(creven) jan van berthem/ den voirs(creven) gorde zijne(n) swag(er) te voldoen(e) zijnen eysch cor(am) o(mn)ibus/ dempto kersmake(re) m(ar)cii xviii
//
ende gedeelte vand(er) penni(n)gen die vand(er) voirs(creven) come(n)scap/ wa(r)en come(n) p(rese)nte(re)nde dese pointe(n) te thoene(n) soe verre hem die/ wordden ontkint hopende mits dien voir zijne conclusie dat de/ voirs(creven) jan sculdich soude sijn he(m) op te legge(n) en(de) te bet(al)[en] zijn part/ ende porcie vand(er) pe(n)ni(n)gen bij he(m) gehave(n) alsoe de voirs(creven) ande(re)/ hebben gedaen des he(m) geliefde tvo(n)nisse dair op de voirs(creven) jan/ he(m) verantwerden(de) dede segge(n) dat he(m) van des(er) aenspraken niet/ genoech en conde verwonde(re)n dat hij he(m) niet en hadde toegeseet/ ontkinnen(de) hem zijne vermete(n) pointe(n) hopen(de) voir zijne (con)clusie/ dat hij ongehouden soude sijn der aenspraken te meer want/ hue(re)r ald(er) moeder die tocht(er)sse noch livich ende levende is en(de) dat/ hij e(m)mers gehouden soude zijn dair af te verbeyden tot nae de doot/ en(de) aflivich(eit) der voirs(creven) moeder hebben gewesen de scepen(en) van loeven(e)/ ter manissen smeyers nae dien de voirs(creven) aenlegge(r) gewesen was/ tot zijnen thoene en(de) des volcomen dat de voirs(creven) jan van berthem/ den voirs(creven) gorde zijne(n) swag(er) te voldoen(e) zijnen eysch cor(am) o(mn)ibus/ dempto kersmake(re) m(ar)cii xviii
Contributors: Greet Stevens
Moderated by: Greet Stevens
Last update: 2018-07-16 by The Administrator