SAL7783, Akte: R°207.2-V°207.1 (415 van 711)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°207.2-V°207.1  
Act
Datum: 1498-12-17

Transcriptie

2019-01-26 door Willy Stevens
Sijn bleven ende gevallen den voirs(creven) merten(e) in zijne deyli(n)ge/
de goeden rinten ende erfpachten naebescreve(n) Te weten(e) yerst/
v(½) mudd(en) half t(ar)we half rogge erfspachts (et)c(etera) ut in p(ar)t(ificati)[one]/
p(re)d(i)c(t)i godefridi Item noch drie huysen neve(n) een geleg(en)/
met hue(re)n toebehoirt(en) op ten pleyn neven de voirs(creven) eveloechschemoele(n)/
opde weerde van xv st(uvers) een pl(a)c(ke) dair uuytgaen(de) ende/
van xx stuvers erflijck die de voirs(creven) (christ)iaen dair op/
beco(m)mert heeft It(em) noch eene(n) peeter erflijck op een huys/
neve(n) tgroot beghijnhof geleg(en) geheete(n) den vossenstert/
It(em) noch (½) peeter erflijck op een huys tegen over de halle/
op de proefstrate It(em) noch xxxii st(uvers) erflijck vallen(de) (et)c(etera)
//
ut in p(re)d(i)c(t)a p(ar)t(ificati)[one] go(defri)[di] opde beckerie inde selve beck/
deylinge begrepe(n) It(em) noch tderdendeel van xi(½) mudd(en)/
corens erflijck die merten de vad(er) salig(er) gedachte(n) hadde/
en(de) hem in deylingen gevalle(n) wae(re)n teg(en) goirde zijne(n)/
brueder opde viermoelen metter toebehoirt(en) Ende es vorweerde/
dat dit deel bynne(n) jairs naistcomen(de) sal moegen doen/
afhouwen inde beempden gelege(n) ten broecke den voirs(creven)/
(christ)iane en(de) sijnder huysvr(ouwe) in deyling(e) gevalle(n) drie/
alboome(n) Ende alle dese deylinge (et)c(etera) Et sat(is) p(ro)[ut]/
cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2014-08-12 door Jos Jonckheer