SAL7783, Akte: V°247.3-V°248.1 (488 van 711)
Akte V°247.3-V°248.1
Act
Datum: 1499-03-01
Transcriptie
2020-04-02 door Willy StevensVander questien gecomen voir den raide vander stadt/
tusschen de gesworen(en) vanden creemers ambachte ende/
vettewariers ambachte bynne(n) loeven(e) ter eender ende/
robbeerde uuyter helicht cousmake(r) ter ande(r) zijden Ald(air)/
de voirs(creven) gesworen(en) seyden hoe dat de voirs(creven) robbeert/
omtrint jairmesse a(n)no xcvii lestleden tegen hen verpacht/
ende genomen hadde de pontassijse op hoogen/
vanden nyeuwe(n) ende ongewrachten yse(r) buyten gecocht/
nae inhoudt vander ouder ordinan(tien) ende dat hem die/
met uuytgaen(e) vander berrender kerssen bleven was/
eenen termijn van zesse ja(r)en elcx jairs om en(de) voe(r)
//
de so(m)me van viertich rynssche gulden(en) tsjaers alle/ vierdel jairs te betalen(e) ingaen(de) van s(in)t marie(n) magdaleene(n)/ dage a(n)no xcvii behalven dat dair af de smeden/ ende potghieters vry souden sijn insgelijcx alle de/ ghene die alsdoen inder creemers oft vettewariers/ ambacht(e) sijn woude de voirs(creven) robbeert dat kynnen/ soe kinde hij de waerheyt Ende oft hij dat ontkynnen/ woude p(resen)teerden zij dat te thoenen(e) sustine(re)nde/ dat hij die sculdich soude sijn te verborgen met goeder/ loflijker borchtocht dair mede beyde de ambachten/ te vreden ende versekert souden sijn nae inhoudt der/ cedullen dair op gemaict Dair tegen de voirs(creven)/ robbeert hem verantwerden(de) seyde dat hij wel bekinde/ dat hij tegen hen de voirs(creven) assijse verpacht hadde mair/ in dier pachtingen was vorweerde en(de) hem toegeseet/ dat hij hebben soude van allen den ijse(re) dat hier te/ loeven(e) uuytgevuert oft gehuyst oft gehoeft soude/ wordden den xxviii[ten] Ende dat sij hem voirt van/ alle den ijse(re) dat alhier uutgevuert was van sinte/ marien magdaleene(n) daghe doen lestleden tot opden/ dach vanden vercoope zij den voirs(creven) robbeerde dair/ af souden doen volgen den xxviii[en] d(enier) dwelck/ de voirs(creven) robbeert oic p(resen)teerde te thoenen(e) sustine(re)nde/ voir sijn conclusie dat de voirs(creven) vercoop(er)s hem den/ selven coop inder maten voirs(creven) sculdich souden zijn/ hem de doene ende laten volgen peyslijck en(de) vredelijc/ ende dat hij niet eer sculd(ich) en soude sijn dassijse te/ verborgen(e) Ende soe verre zij dat niet gedaen en conden/ zijnen moet te hebben(e) van des zij hem vercocht hadden/ ende niet geleve(re)n en consten ten prijse en(de) goetduncken(e)/ van goeden ma(n)nen hen des verstaende Dair/ tegen de voirs(creven) conclusien want zij niet anders hem/ vercocht en hadden dan nae inhoudt van eend(er) cedulle(n)/ dair op gemaict ende naevolgen(de) altijt der ouder
//
ordinan(tien) met meer woerden bij p(ar)tien in wederzijden/ gealligeert Ende nae dien den thoon van p(ar)tien/ in wederzijden hier op gehoirt es geweest de voirs(creven)/ cedulle vand(en) vercoope ende vand(en) ouder ordinan(tien)/ gevisiteert sijn geweest ende op al rijpelijck gelet/ sijnde es voirt bij den raide vander stad get(er)mineert/ ende uuytgesproken voir recht dat robbeert sal/ voldoen vand(en) comenscap naevolgen(de) der cedullen/ vanden vercoope ende der ouder ordinan(tien) Ende ofter/ yet wa(r)e dat hem niet volgen en mochte naevolgen(de)/ den selven vercoope ende ouder ordinantie(n) en(de) des hem dair inne bevorwert es ende hem met rechte/ ontbrake dat hij dat aen sijn vercoop(er)s soude moegen/ volgen met rechte ende bijden selve(n) voldaen moeten/ wordden in (con)s(ili)[o] opidi Cor(am) lyefk(enrode) burg(imagistr)[o] et/ plurib(us) aliis de (con)s(ili)[o] marcii p(ri)ma
//
de so(m)me van viertich rynssche gulden(en) tsjaers alle/ vierdel jairs te betalen(e) ingaen(de) van s(in)t marie(n) magdaleene(n)/ dage a(n)no xcvii behalven dat dair af de smeden/ ende potghieters vry souden sijn insgelijcx alle de/ ghene die alsdoen inder creemers oft vettewariers/ ambacht(e) sijn woude de voirs(creven) robbeert dat kynnen/ soe kinde hij de waerheyt Ende oft hij dat ontkynnen/ woude p(resen)teerden zij dat te thoenen(e) sustine(re)nde/ dat hij die sculdich soude sijn te verborgen met goeder/ loflijker borchtocht dair mede beyde de ambachten/ te vreden ende versekert souden sijn nae inhoudt der/ cedullen dair op gemaict Dair tegen de voirs(creven)/ robbeert hem verantwerden(de) seyde dat hij wel bekinde/ dat hij tegen hen de voirs(creven) assijse verpacht hadde mair/ in dier pachtingen was vorweerde en(de) hem toegeseet/ dat hij hebben soude van allen den ijse(re) dat hier te/ loeven(e) uuytgevuert oft gehuyst oft gehoeft soude/ wordden den xxviii[ten] Ende dat sij hem voirt van/ alle den ijse(re) dat alhier uutgevuert was van sinte/ marien magdaleene(n) daghe doen lestleden tot opden/ dach vanden vercoope zij den voirs(creven) robbeerde dair/ af souden doen volgen den xxviii[en] d(enier) dwelck/ de voirs(creven) robbeert oic p(resen)teerde te thoenen(e) sustine(re)nde/ voir sijn conclusie dat de voirs(creven) vercoop(er)s hem den/ selven coop inder maten voirs(creven) sculdich souden zijn/ hem de doene ende laten volgen peyslijck en(de) vredelijc/ ende dat hij niet eer sculd(ich) en soude sijn dassijse te/ verborgen(e) Ende soe verre zij dat niet gedaen en conden/ zijnen moet te hebben(e) van des zij hem vercocht hadden/ ende niet geleve(re)n en consten ten prijse en(de) goetduncken(e)/ van goeden ma(n)nen hen des verstaende Dair/ tegen de voirs(creven) conclusien want zij niet anders hem/ vercocht en hadden dan nae inhoudt van eend(er) cedulle(n)/ dair op gemaict ende naevolgen(de) altijt der ouder
//
ordinan(tien) met meer woerden bij p(ar)tien in wederzijden/ gealligeert Ende nae dien den thoon van p(ar)tien/ in wederzijden hier op gehoirt es geweest de voirs(creven)/ cedulle vand(en) vercoope ende vand(en) ouder ordinan(tien)/ gevisiteert sijn geweest ende op al rijpelijck gelet/ sijnde es voirt bij den raide vander stad get(er)mineert/ ende uuytgesproken voir recht dat robbeert sal/ voldoen vand(en) comenscap naevolgen(de) der cedullen/ vanden vercoope ende der ouder ordinan(tien) Ende ofter/ yet wa(r)e dat hem niet volgen en mochte naevolgen(de)/ den selven vercoope ende ouder ordinantie(n) en(de) des hem dair inne bevorwert es ende hem met rechte/ ontbrake dat hij dat aen sijn vercoop(er)s soude moegen/ volgen met rechte ende bijden selve(n) voldaen moeten/ wordden in (con)s(ili)[o] opidi Cor(am) lyefk(enrode) burg(imagistr)[o] et/ plurib(us) aliis de (con)s(ili)[o] marcii p(ri)ma
Nagekeken door: Jos Jonckheer
Moderator: Jos Jonckheer
Laatste update:: 2014-08-26 door Jos Jonckheer