Item jan vanden borchoven heeft geloeft joh(ann)i vanden kerchove oft/ gebuerde dat augustijn vanden borchoven noch ond(er) sijn dage/ wesen(de) tot sijne(n) mondige(n) dage comen sijnde de guedinge vand(en)/ vijf mudden rox op thof van raesborne niet en beliefde daer/ af genoech te doen niet [geloven] geloeft willende en(de) de voirs(creven) joh(ann)es/ biden voirs(creven) augustine(n) oft den sine(n) o(m)me desgheens wille des/[d(aer) toe gesciet es] e(n)nige opsprake beclach crot oft scade hadde oft lede hoe dat dat/ bij come(n) mochte daer af scadeloes en(de) co(m)merloes tontheffen/ en(de) den selve(n) joh(ann)es d(aer) af te ontsculdige(n) [en(de) ontlasten] cor(am) py(n)noc lomb(ar)t boys/ voshem julii xvii
//