Item jan fijen heeft geloeft janne reymaer dat hij die ii/rinsche guld(en) die d(er) capelle(n) van s(in)[te] m(ar)gr(ieten) te loven erflic /den pe(n)ninc met xxiiii te q(ui)ten op een boend(er) eygens beemts/t(er) diepbruggen gelegen v(er)cocht sijn also langhe als g(er)truy/moed(er) der voirs(creven) jans fijen en(de) wittich wijf des voirs(creven) jans/reymaers leven sall sond(er) cost last oft scade des/selfs jans reymaers gelden en(de) betalen sall En(de) oft/tide voirs(creven) op tvoirs(creven) boend(er) beemts voe(r) tgebrec o(m) voirs(creven) ii/gul(den) in enige(n) tiden toecomen(en) gepant oft gedaecht w(er)de/oft oec de voirs(creven) reymaer uut ocsuyn van dien enige(n) last/hadde oft lede dat de voirs(creven) jan fijen hem dien/gheheellic en(de) all en(de) sond(er) argelist oprichten sall/et p(ro)inde oblig(atam) d(i)c(t)am domu(m) eisd(em)/ /