SAL8115, Akte: R°197.2 (227 van 364)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°197.2  
Act
Datum: 1444-01-28

Transcriptie

2015-02-23 door Greet Stevens
Acht(er)volgen(de) den comp(ro)misse tusschen diericke tackex? in deen zijde en(de) pete(re)n van ned(er)he(m) die/
sijnd(er) dochter heeft in dande(r) es d(er) vier segge(re)n uutsprake nae tgene des d(aer) af voir/
hen come(n) es dat de vors(creven) peter van ned(er)hem en(de) sijn wijf ter stont ov(er)hebben sal de/
twe huyse des vors(creven) dierix liggen(de) inde hoelstrate en(de) die bruyken besigen tot sijne(n)/
vrijen wille alsoe lange als de vors(creven) dierick sijn sweer leeft en(de) de tsijse en(de) laste/
daer af jaerlijx betalen en(de) de vors(creven) dieric sal peyslijc tot sijnder tocht besette/
besitten dat (½) boend(er) lants gelegen aende p(er)cporte neve(n) de goede lijsbette(n) beyers/
sond(er) den vors(creven) pete(re)n daer inne alsoe lange als de vors(creven) dierick inne [leeft] gericht te/
wesen behoudelijc dat de selve dierick de tsise daer uut gaende te(n) gewoenliken/
tijden te betalen sal altoes [en(de)] oft den vors(creven) diericken geliefde(n) wed(er)om bij sijne(n) [vors(creven)] sone/
en(de) sijnd(er) docht(er) te comen dat hij dat sal moegen doen en(de) der vors(creven) huysen/
gelijc den vors(creven) pete(re)n gebruyken op dat hij de have die hij van daer gedragen/
heeft getaxeert op dat hij de have xxx clinckarts wed(er) inde(n) selve(n) huysen bringen/
ende dieme(n)t? sal de vors(creven) peter met [mede] mogen gebruyken en(de) trecken alsdan/
gelijc den vors(creven) diericke sijne(n) sweer allet gebruyck en(de) tp(ro)fijt d(er) vors(creven) twee/
erve(n) alsoe wael des lants en(de) der huysen en(de) de have die de vors(creven) peter/
nu heeft sal hij tewegen dagen behouden en(de) oic nae de doet des vors(creven) dierix/
sijns sweers van sijnd(er) haven hebben de vors(creven) xxx clincquarde en(de) dan/
nae de doet des vors(creven) dierix sullen den vors(creven) pete(re)n na inhebben d(er)/
waerh(eit) opde vors(creven) huelike voerw(er)de verhoirt met met sijne(n) wijve volgen/
erflijc de vors(creven) twe huyse en(de) (½) boend(er) lants sond(er) yemants weder/
seggen met sulker cond(icien) ofts de vors(creven) dierick der vors(creven) sijnd(er) have(n)/
alsoe geschat noetlijc behoefde dat hij die alsdan verteren soude/
moegen m(er) and(er)s niet mynde(re)n cor(am) voshem dor(mae)[le] januar(ii) xxviii[a]
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorInge Moris
Laatste update:: 2014-05-15 door Jos Jonckheer