SAL8120, Akte: V°5.1 (5 van 358)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°5.1  
Act
Datum: 1448-07-01
TaalNederlands

Transcriptie

2021-04-28 door xavier delacourt
It(em) den leste(n) brieff vanden vorg(enoemde) rijd(er) [mudde rox] sal blijve(n) liggen(de) ond(er) /
scep(enen) van loven(e) Te dier meyni(n)gen oft den vorg(enoemde) gehuysschen /
den vors(creven) ond(er)pant vanden vors(creven) rijd(er) [mudde rox] in toecomen(de) tijde(n) voe(r) den [tselve] /
selve(n) rijd(er) [mudde] niet goetgenoech en dochte sijnde oft oec dat hen /
opden selve(n) ond(er)pant met rechte niet en geliefde te p(ro)cede(re)n dat /
sij hen dan [in die(n) gevalle] altoes metten selven brieve die op dat hen /
gelieft opden selven ja(n) henr(icke) en(de) sijn goede sulle jarlix /
sullen mogen p(ro)cede(re)n en(de) voertva(r)en tot hue(re) o(m)me metten selven /
van hue(re)n jarliken pachte gulde? en(de) betalinge te gec(ri)gene /
Behoudelic in dien dat de vors(creven) henric altoes met eend(er) /
betalingen gestaen sall En(de) [alsdan] ten eynde vanden drie jae(re)n /
metten selven brieve den vors(creven) henricke te bedwingen totter /
bewisenissen vand(er) selv(er) lijfpensien op eenen goeden ond(er)pant /
gelegen bynnen d(er) ban milen van loven(e) wert sijnde boven /
co(m)mer ii mudden rox erfpachts oft totten afleggen d(er) selv(er) /
cor(am) eisd(em)
Nagekeken doorInge Moris
ModeratorGreet Stevens
Laatste update:: 2014-09-19 door kristiaan magnus