It(em) den voirs(creven) brieff is bekind te des(er) meyninghe(n) oft de(n) voirs(creven) h(ere)n/ daneele in toecomen(de) tijde gebuerde e(n)nighe prami(n)ghe schade/ oft last te hebben(e) van dien neghen gulde(n) saluyte(n) lijfpensien/ staende ten live willems vand(er) loe en(de) m(ar)garete(n) sijns wijfs oft/ des eens van hen lanxst levende het wae(re) inde jairlijke/ betalinghe bewijssenisse(n) oft aflegghe(n) d(er) selv(er) ix saluyte(n)/

lijfpe(n)sien de welke de voirg(enoemde) h(er) daneel als principael/ tot xxxvi gelijker saluyte(n) lijfpens(ien) toe staende totte(n) voirg(eruerden)/ lijve aen roelove roelofs alleene v(er)borcht heeft en(de) d(aer)/ vore de voirs(creven) he h(er)coenraert als een van sijne(n) borghen/ generreert steet hoe niet hoe wale nochtan dat hij de/ voirs(creven) pe(n)ninghe(n) geheelic en(de) al vande(n) voirs(creven) ix gulde(n)/ saluyte(n) lijfpe(n)s(ien) te hemweerd(e) getoghe(n) heeft en(de) da(re)nbove(n)/ de selve h(er)daneel hem geloeft heeft van desen en(de) vande(n)/ surpluse tot xxxvi toe saluyte(n) lijfpens(ien) voirg(eruert) all sijn/ borghe geloeft heeft co(m)m(er)loes en(de) scadeloes tontheffen dat/ hem dan de voirs(creven) h(er)daneel met de(n) voirs(creven) brieve behulpe(n)/ sall o(m)me d(aer)mede die scade last cost oft pra(m) praminghe/ d(er) voirg(eruerde) saluyte(n) lijfpens(ien) costeloes en(de) scadeloes te/ verreyken Geloven(de) voirts de selve h(er) coenrart de(n) voirs(creven)/ h(ere)n [daneele] en(de) den ande(re)n [sijne(n)] borghe(n) des voirs(creven) h(ere)n daneels d(aer) vore staende/ de voirs(creven) lijfpens(ie) van ix saluyte(n) van opde(n) vi[ten] dach van/ augusto lestlede(n) ov(er) een jair naestcomen(de) te lossen te quijte(n)/ en(de) af te legghe(n) alsoe dat de selve h(er)daneel en(de) sijn voirg(enoemde)/ borghe(n) d(aer)vore staende d(aer)aff tot euwighe(n) daghe(n) van eene(n)/ / yegelijke(n) int(er)est inde voirs(creven) lijfpens(ie) hebben(de) ontlast en(de)/ ongepraempt sulle(n) blijve(n) ende oft de selve h(er)coenrart/ h(ier)inne gebrekelijc bevonde wordde en(de) hijs niet en dade/ soe sal alsdan de voirs(creven) h(er)daneel gelijc als vore mette(n)/ voirs(creven) schoutbrieve [moghe(n)] behulpe(n) o(m)me he(m) van als des voirs(creven)/ is en(de) sijne(n) borghe(n) co(m)m(er)loes en(de) scadeloes tontlasten(e)/ en(de) anders niet en(de) tot dien eynde sal de(n) selve(n) schoutbrief/ ond(er) scepen(en) van loeven(e) blijve(n) ligghende cor(am) eisd(em)