It(em) de vors(creven) p(er)soene(n) en(de) elc van hen sal hem mette(n) vors(creven)/ brieve moegen behulpen tot sijnd(er) manissen o(m)me vand(er)/ vors(creven) lijfpens(ien) tot sijnd(er) manissen gelost te worden en(de) scadeloes/ onthave(n) te sijne sond(er) argelist cor(am) eisd(em)