Item tvonnisse tussche(n) janne coulon geheete(n) int hiencken/ als gheleidt uut eenre gichtinghen van xl rijders totten/ goeden henrix vander catssijden in deen zijde ende den/ selve(n) henricke in dande(r) als van iii coeyen i peert ende/ zeeke(r) ande(r) have die de voirs(creven) jan met sijne(n) beleide aen/ veert hadde voir alsulke xl clinckairden die de vors(creven)/ henric sculdich bleven was henricke wilen coulon brued(er)/ des voirs(creven) jans in afslaghe vande(n) welken de vors(creven) he(n)ric/ vander catssijden seide den voirs(creven) janne betaelt te hebben(e)/ iiii peet(er)s ende den voirs(creven) henricke wijlen coulon oic/ iiii peet(er)s en(de) elken vande(n) selve(n) gebr(uedere) iiii clinckairde/ Es gewijst dat janne coulon en(de) sijne(n) beleide volgen/ sullen de goede tot behoeff der betalinghe(n) van xl/ clinckairde(n) Behoudelic dat hem afcortten sal des hij/ janne coulon gegheve(n) heeft cor(am) jasp(ar) abs(oloens) lint(ere) hortbeke/ meersberghe septembr(is) ultima