It(em) henrick machiels wonen(de) te voerde en(de) daneel vanden dale wonen(de)/ inde p(ro)chie van cortbeke ov(er)loe in p(rese)ncia quinten cokeroels als burg(er)meest(er)/ hebben ghelooft en(de) ghesekert ind(ivisim) inden handen des voirs(creven) bourg(er)meest(er)s dat sij lijsbetten weduwe(n) wout(er)s wijle(n) de rode afdoen zulle(n) den ar cyrurgijn/ van alsulk(er) quetssue(re)n als dierick machiels zone des voirs(creven) henricx der/ selv(er) lijfbette(n) gedaen heeft ende voort d(er) selv(er) lijsbette(n) voir huer bet(er)nisse/ betale(n) iii(½) peet(er)s te xviii st(uvers) tsinte jansmisse naistc(omende) en(de) iii peet(er)s/ tons(er) vrouwen [dage] nativitas d(aer) nae volgen(de) te bet(alen) quol(ibe)t ass(ecutu)[m] En(de) t(er)stont/ geve(n) d(er) capelle(n) van ov(er)loe i pont was act(um) maii xviii a(nn)[o] lxi[o]