SAL8131, Akte: R°291.1 (457 van 482)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°291.1  
Act
Datum: 1461-06-10

Transcriptie

2018-11-04 door Walter Winnelinckx
It(em) jan van maerslaer sone wijlen gielijs en(de) jan van groelst geheeten/
die meye(r) hebben geloeft indivisim janne van lathem wonen(de) inde/
steenstrate inde herberghe geheeten lylie scadeloes te houden ende/
tontheffene aen rolove roeloffs joffr(ouwe) m(ar)grieten sijnre huysvr(ouwe) en(de) aen/
m(ar)griete(n) docht(er) des selfs roelofs van xx rins guld(en) lijfpens(ien) alle/
jae(re) opden xxii[te(n)] dach van meye te bet(alen) d(air) voe(r) de vors(creven) jan van/
lathem voir hen gesproken heeft en(de) voir scep(enen) van loven(en) borge bleve(n)/
es en(de) de selve lijfp(ensien) van xx rins guld(en) tusscen dit en(de) half meye /
den xxii[te(n)] dach in meye naestc(omende) te lossen en(de) af te leggene oft te op/
pande te bewisene alsoe dat de selve jan van lathem d(air) van/
ongepraemt sijn sal en(de) tewige(n) dagen bliven et p(ri)m(us) cor(am) lye(ming)[en]/
zande junii x
Nagekeken doorJos Jonckheer
ModeratorJos Jonckheer
Laatste update:: 2012-08-29 door Inge Moris