It(em) zulle(n) hen de voirs(creven) borge(n) en(de) elck bezund(er)t mette(n) voirs(creven) schout br(ieven)/ moge(n) behulpe(n) o(m)me d(air) mede te verhalen(e) en(de) te v(er)reyken(e) alle alsulke(n) schade(n)/ cost en(de) last alsoe wale vroent coste(n) als als ande(r) als sij oft e(n)nich van hen/ mits d(er) borchtochte(n) wille vand(en) vi rijd(er)s lijftochte(n) voirs(creven) zulle(n) moge(n)/ hebben oft lijde(n) in e(n)nig(er) manie(re)n Ende hen voort vand(er) selv(er) borchtochte(n)/ int tgeheele ten ynde vande(n) ii jaire(n) naistc(omende) doen ontslaen ende/ ontlaste(n) niet [en(de)] niet eer het en wa(r)e dat de selve borge(n) totte(n) voldoene/ vande(n) brieve(n) bynne(n) myddele(n) tijde bedwonge(n) wordde(n) dat in die(n) gevalle/ de selve borge(n) hen alsdan zulle(n) moge(n) doen ontslaen en(de) ontlaste(n) gelijck/ sijn doen zoude moge(n) de ii jair(en) ov(er)lede(n) sijnde Van welke(n) borchtochte(n) de/ voirs(creven) meest(er) jan de wesalia renu(n)c(ians) utsup(ra) den selve(n) sine(n) borge(n) en(de) elken/ bezu(n)d(er)t ten eynde vand(en) ii jaire(n) voirs(creven) [en(de)] oic bynne(n) myddele(n) tijde op dat gebuerde(n)/ tgene des voirs(creven) steet gelooft heeft tontslane en(de) tontheffene met coste en(de) co(m)me(r)/ cor(am) eisd(em)