It(em) acht(er)volgen(de) den voirs(creven) vo(n)nisse heeft de vors(creven) laur(eys)/ van wynghe tvors(creven) schoutboeck gebracht ond(er) scep(enen) van lov(ene)/ als in behouwend(er) hant en(de) totten rechte cor(am) lye(mingh)[en] witte/ vynck ouder(ogghe) no(vembris) xxiii a(nn)[o] lxii