SAL8142, Akte: R°388.2 (686 van 817)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°388.2  
Act
Datum: 1474-04-30

Transcriptie

2021-02-08 door myriam bols
It(em) nae dien dat h(er) jan pols prieste(r) als gheleyt nae des(er) stad recht inden name/
van hem selven ende als p(ro)cur(eur) katline(n) vanden gaespoele totten goeden jans/
wijlen vanden kerchove ende wout(er)s wijlen pols sijns behoude zoens voir eene(n)/
halve(n) rijd(er) erfl(icker) renten in rechte come(n) es voir meye(r) ende scepen(en) van loven(e) t(er)/
eenre ende jan de cock van huldenb(er)ghe die ghetruwt heeft katline(n) vande(n)/
kerchove weduwe des voirs(creven) wijlen wout(er)s pols in dand(ere) die hem ongebruyck/
dede aen die goede h(ier) nae bescreve(n) zonder hem vand(er) voirs(creven) erfl(icker) renten van/
(½) peet(er) ende verloepen(en) pachte(n) der selv(er) te vernuegen(e) ende te betalen(e) Aldair/
soe verre gep(ro)cedeert es in rechte dat de voirs(creven) h(er) jan pols ghewesen es o(m)me/
sijn wettighe schult ende gebreke der voirg(eruerde) renten te v(er)ificeren(e) ende hij acht(er)/
volghen(de) dien sij v(er)ificacie ghedaen heeft sijn handt op sijn borst leggen(de)/
en(de) alsoe affirmeren(de) solemplijken op sijn borst datmen hem noch gewarichlijke(n)/
en(de) deughdelijken schuldich es de p(ri)ncipael rente in heur selve(n) ende de/
verloepen(en) rente van xviii jaire(n) En(de) nae zeke(re) calangien die de voirs(creven)/
jan de cock dair op heeft doen doen es gewijst dat h(er) jan pols mett(er)/
v(er)ificacie(n) die hij ghedaen heeft ghestaen sal cor(am) abs(oloens) mil(ite) blanck(aer)t abs(oloens)/
m(er)sels hoeve(n) lynden april(is) p(enu)ltima
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Add. 1

Transcriptie

2021-02-08 door myriam bols
Dit sijn die erfgoede dair voe(r) es/
af mencie ghemaect/
It(em) yerst een huys met sine(n) toebehoirte(n) en(de) eene(n) wijng(ar)t d(air)aen gelege(n)/
houden(de) omtrent een half boend(er) ghelege(n) te huldenb(er)ge aen de kercke comen(de)/
acht(er) aen die goede meest(er) peet(er)s van thielt (et)c(etera) It(em) een block gelegen bove(n)/
den sollendries groot omtrent (½) boend(er) It(em) ald(air) noch een bloexken groot o(m)tre(n)t/
een dachwant/
Dit sijn die haeflijke goide d(air) aen jan de cock ongebruyck dede/
Inden yersten ii bedden mett(er) toebehoirte(n) (½) doziene cussen(en) i swerten/
vrouwen(en) rock een diep eeren becken It(em) (½) doziene tynne(n) schotelen en(de) ii/
witte ketelen It(em) ii matelen potten It(em) een g(roo)t scermael geheeten een zijdele/
It(em) i hael eene(n) roest(er) een tanghe een scrijnken van witten houte It(em)/
een pert en(de) ii coeyen
Nagekeken doorMi-Je Van Gils
ModeratorMi-Je Van Gils
Laatste update:: 2019-05-09 door kristiaan magnus