SAL8142, Akte: R°66.2 (108 van 817)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°66.2  
Act
Datum: 1473-09-18

Transcriptie

2019-11-23 door Véronique Bavin
It(em) lenaert inghelen va(n) loemele heeft versekert in p(rese)nc(ia) heeft/
ghelooft op sijn lijf en(de) goet ende op soenbreke ende peysbreke te zijne/
dat hij o(m)me negheenre handen saken oft oft stucken wille die gheschiet/
sijn totten daghe toe van heden tusschen hem in deen zijde ende kerstiane/
augustijns ende lysbetten boutmans sijne(n) wijve in dande(r) zijde den/
selve(n) augustijne noch lysbetten sine(n) wijve ne(m)mermeer hatye veede/
noch vyantscap doen noch draghen en sal hen crincken noch hynde(re)n/
aen lijf noch aen goet noch oick te ca(m)pe eysschen noch oic buyten lants/
daghe(n) Bekennen(de) en(de) verlijden(de) de voirs(creven) lenaert wair hij h(ier) teghen/
dade oft dede doen dat hij sijn soude peysbreke(r) en(de) soenbreke en(de) v(er)buert/
hebben sijn lijf ende goet ond(er) wat he(re)n oft gerichte hij bevonde(n) wordde/
Behoud(ens) (et)c(etera) cor(am) duffle viceburg(imagistr)[o] blanck(ar)t hoeve(n) scabinis
//
sept(embris) xviii
Nagekeken doorWalter De Smet
ModeratorWalter De Smet
Laatste update:: 2019-05-08 door kristiaan magnus