SAL8142, Akte: V°122.3-R°123.1 (209 van 817)
Akte V°122.3-R°123.1
Act
Datum: 1473-10-26
Transcriptie
2020-03-05 door Véronique BavinItem na dien dat arnt bone en(de) margriete colve sijn/
wijf voir meye(r) en(de) scepen(en) van loven(e) aengesproken hadden/
lijsbetten werdynne reyners vanden borreman van dien/
dat de selve lijsbeth der voirs(creven) margrieten overgeseeght/
soude hebben dat zij een kyeken dat der vors(creven) lijsbetten/
ontvloghen was inde herberghe vander symmen en(de)/
//
dat de voirs(creven) margriete de vlogelen van dien gecort soude/ hebben om datment niet kynnen en zoude seggende/ zij soudts wel meer doen en(de) dat zij dat kyeken gestole(n)/ hadde bieden(de) dese pointen te thoenen (et)c(etera) en(de) na dien/ dat de vors(creven) arnt en(de) sijn wijf tot hue(re)n thoene gewesen wae(re)n/ en(de) ten dage van thoenen dair toe dienen(de) in rechte niet/ gecomparert en zijn noch hue(re) thoenesse geleidt en hebbe(n)/ Ende de vorsc(reven) lijsbeth met den vors(creven) hue(re)n man en(de) moboir/ inden rechte compare(re)nde en(de) vort trecht versochte seggen(de)/ wair de vors(creven) arnt en(de) sijn wijf ten opstane smeyers ende/ der scepen(en) met hue(re)n thoene niet vort en vuert/ dat zij d(en) aensp(re)ken vors(creven) ongehouden zijn soude wair/ op de he(re)n scepen(en) van loven(e) ter manessen smeyers/ wesen voir een vo(n)nisse wair de vors(creven) arnt en(de)/ sijn wijf ten opstane smeyers en(de) d(er) scepen(en) niet/ en thoend(en) dat de vors(creven) lijsbeth vande(n) vors(creven)/ aenspraken ongehouden sijn soude p(rese)ntib(us) lyemi(n)g(en)/ abs(oloens) milesiud(oco) ab blanck(aert) jud(oco) abs(oloens) et lynden/
oct(obris) xxvi
//
dat de voirs(creven) margriete de vlogelen van dien gecort soude/ hebben om datment niet kynnen en zoude seggende/ zij soudts wel meer doen en(de) dat zij dat kyeken gestole(n)/ hadde bieden(de) dese pointen te thoenen (et)c(etera) en(de) na dien/ dat de vors(creven) arnt en(de) sijn wijf tot hue(re)n thoene gewesen wae(re)n/ en(de) ten dage van thoenen dair toe dienen(de) in rechte niet/ gecomparert en zijn noch hue(re) thoenesse geleidt en hebbe(n)/ Ende de vorsc(reven) lijsbeth met den vors(creven) hue(re)n man en(de) moboir/ inden rechte compare(re)nde en(de) vort trecht versochte seggen(de)/ wair de vors(creven) arnt en(de) sijn wijf ten opstane smeyers ende/ der scepen(en) met hue(re)n thoene niet vort en vuert/ dat zij d(en) aensp(re)ken vors(creven) ongehouden zijn soude wair/ op de he(re)n scepen(en) van loven(e) ter manessen smeyers/ wesen voir een vo(n)nisse wair de vors(creven) arnt en(de)/ sijn wijf ten opstane smeyers en(de) d(er) scepen(en) niet/ en thoend(en) dat de vors(creven) lijsbeth vande(n) vors(creven)/ aenspraken ongehouden sijn soude p(rese)ntib(us) lyemi(n)g(en)/ abs(oloens) miles
Nagekeken door: Walter De Smet
Moderator: Walter De Smet
Laatste update:: 2019-05-08 door kristiaan magnus