SAL8142, Akte: V°29.4-R°30.1 (48 van 817)
Akte V°29.4-R°30.1
Act
Datum: 1473-08-04
Transcriptie
2024-04-23 door Véronique BavinIt(em) joes uuten hove geheten zedeler(e) sone wijle(n) jans jan vande(n)/
poele scoemake(r) en(de) g(er)truyt uuten hove sijn wijff sust(er) svors(creven)/
joes in p(rese)nc(ia) d(er) scepen(en) van loven(e) gestaen hebben gekint/
en(de) gelijt te wete(n) de vors(creven) joes bij biwesen en(de) (con)sente goirts/
hanckarts sijns sweers dat sij van gielise vander stoct hue(re)n/
swag(er) als p(ro)cur(eur) lijsbetthen boekels [moeder d(er) vors(creven) kind(ere)n] wed(uwe) jans wijle(n) uuten/
hove gehadt en(de) ontfangen hebben goede wettige rekeni(n)ge/
bewijs en(de) genoechdoen alsoe v(er)re alst hen aencleeft van/
allen gevallenen en(de) v(er)schene(n) pachten biden vors(creven) gielise als/
//
p(ro)cur(eur) der vors(creven) lijsbetthen opgebuert en(de) ontfanghen totte(n)/ daghe toe van heden van alle der lijftochten staen(de) op borge(n)/ en(de) op pande alsoe wale vanden ghenen d(air) inne dat de/ vors(creven) lijsbeth egeen heffen en hadde als vanden and(ere)n die de/ vors(creven) wijlen jan en(de) lijsb(eth) sijn wijff vad(er) en(de) moed(er) d(er) vors(creven)/ kind(ere)n ten live vanden selven kind(ere)n gecocht en(de) gecrege(n) hebben/ Beken(nende) voirt de vors(creven) p(ar)tijen dat de vors(creven) gielijs hen en(de)/ elken van hen de scepen(en) brieve vand(en) selve(n) lijftochte(n) alsoe v(er)re/ die elken van hen aentaenge(re)n in hue(re)n handen ov(er)gegeve(n)/ en(de) gelevert heeft den selven gielijse van al des voirs(creven)/ is volc(omen) quijtscelden(de) P(ro)mitt(ente)[s] nulla(ten)us alloq(ui) cor(am) eisd(em)
//
p(ro)cur(eur) der vors(creven) lijsbetthen opgebuert en(de) ontfanghen totte(n)/ daghe toe van heden van alle der lijftochten staen(de) op borge(n)/ en(de) op pande alsoe wale vanden ghenen d(air) inne dat de/ vors(creven) lijsbeth egeen heffen en hadde als vanden and(ere)n die de/ vors(creven) wijlen jan en(de) lijsb(eth) sijn wijff vad(er) en(de) moed(er) d(er) vors(creven)/ kind(ere)n ten live vanden selven kind(ere)n gecocht en(de) gecrege(n) hebben/ Beken(nende) voirt de vors(creven) p(ar)tijen dat de vors(creven) gielijs hen en(de)/ elken van hen de scepen(en) brieve vand(en) selve(n) lijftochte(n) alsoe v(er)re/ die elken van hen aentaenge(re)n in hue(re)n handen ov(er)gegeve(n)/ en(de) gelevert heeft den selven gielijse van al des voirs(creven)/ is volc(omen) quijtscelden(de) P(ro)mitt(ente)[s] nulla(ten)us alloq(ui) cor(am) eisd(em)
Nagekeken door: Walter De Smet
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2019-05-08 door kristiaan magnus