It(em) also als ten vervolghe goirds de kersmake(re) alse geleidt voe(r)/ zijn wettighe gebreke [van iii cronen lii st(uvers)] voe(r) hem en(de) voer claese zijnen sone/ tot allen den goeden have ende erve jans van weerdt/ geheten berain den selven janne met eenen vorste(re) bij co(n)sente/ vander stad zijn hande heeft doen lichten vanden selven/ goeden ende oft de vors(creven) jan oft yemant anders d(aer)tege(n)/ yet hadde willen allege(re)n dat hij des quame op heden/ alhier voe(r) meye(re) en(de) scepen(en) int recht des hij hem gedroegh/ tot den vorste(re) So hebben de scepen(en) van loeven yerst/ aengehoirt vanden vors(creven) vorste(re) certificacie vanden vors(creven)/ zijnen exploite ter manissen smeyers gewijst voer een/ vo(n)nisse so verre des vors(creven) geleidden wed(er)p(ar)tie niet/ en quame ten opstaene smeyers en(de) van hen scepen(en) datmen/ hem dan vanden voirs(creven) goeden houden sall in zijnen vors(creven)/ beleide tot zijnen wettigen gebreke behoef also v(er)re alst/ noch voer hen scepen(en) comen es cor(am) roelants liefkenrode/ hoeven tybe tants oct(obris) xxvi