It(em) also als meester felix de hont geleidt zijnde voer zijn/ wettighe gebreke tot allen den goeden have ende erve/ heylwighen reynkens weduwe gielijs wilen potent ende/ jans potent heurs soons der selver weduwen en(de) heuren/ sone heure hande hadde doen lichten vanden vors(creven) goeden/ Ende oft de voirs(creven) weduwe en(de) heur sone oft yemant/ anders dair tegen yet hadden willen allege(re)n oft hen/ e(n)nichs rechts tot den vors(creven) goeden vermeten dat zij/ des quamen op heden alhier voe(r) meye(re) en(de) scepen(en) int/ recht des hij hem gedroegh tot den vorste(re) aldair/ de selve weduwe heur sone noch nyemant van heure(n)/ weghen [comen en es] den p(ro)cur(eur) des vors(creven) geleidden te weten willem(me)/ van leefdale compare(re)nde en(de) trecht versuecken(de) Soe/ hebben de scepen(en) van loeven yerst aengehoirt vanden/ vorste(re) certificacie vanden vors(creven) zijnen exploite t(er) maniss(en)/ tsmeyers gewijst voer een vo(n)nisse so verre des vors(creven)/ geleidden wed(er)p(ar)tie niet en quame ten opstaene smeyers/ en(de) van hen scepen(en) datmen hem dan vanden vors(creven) goeden/ houden sal in zijnen voirs(creven) beleide tot zijnen wettigen/ gebreke behoef also verre alst noch voer hen scepen(en)/ comen es cor(am) abs(oloens) boxh(oren) roelants liefkenr(ode) hoeven/ tants tybe dec(embris) x