Item dierick grijm briede(r) woenen(de) int steynen huys/ heeft bekynt [en(de) gelijdt] dat hem bij joose van cav(er)soen afgequeten en(de) afgeleecht/ zijn alsulcke(n) xvi stuv(er)s lijft(ochten) staen(de) ten live goorts/ cobbelgiers geheeten puttemans oom desselfs diericx/ dair inne willem helsscheviers katlijne wijlen van/ kesselle zijn huysvr(ouwe) en(de) jan helsscheviers huer(er) [beider] zone/ verbonden staen met scepen(en) brieven van loeven(e) dair/ op gemaict anno xiiii[c] lxxxi octobr(is) ultima Geloven(de)/ de voirs(creven) dierick grijm den voirs(creven) willem(me) helsscheviers/katlijnen wijlen van kesselle zijnder huysvr(ouwe) janne helssche/ viers hue(re)n zone joose van cav(er)soen en(de) hue(r) goeden/welcke joos van cav(er)soen de voirg(eruerde) lijftochte op hem/ en(de) oick de goede en(de) erfg(enamen) der voirs(creven) katlijnen wijlen van kesselle
//
genomen heeft mits den coop van zeke(re)n goeden/des voirs(creven) jans helsscheviers vander voirs(creven) lijft(ochten)/ en(de) van allen gevallen(en) en(de) acht(er)stellighe pachten/ der selv(er) [lijftochten] aen den voirs(creven) goorde cobbelgiers en(de)/ aen eenenyegelijcken anders tot ewigen dagen/ costeloos en(de) scadeloos te houden en(de) tontheffen/ En(de) tot dien den voirs(creven) goorde cobbelgiers tusschen/ dit en(de) loeven kermisse naistcomen(de) voe(r) scepen(en)/ van loeven(e) te bringhen(e) om van des voirs(creven) steet/ genoech te doene en(de) den voirs(creven) lijftochtbrief/ alsdan te a(n)nichile(re)n en(de) te nyeute te doene [welcke lijft(ocht) de voirs(creven) joos van cav(er)soen op hem genomen heeft uut zaken vand(en) coope van zeke(re)n goeden die de voirs(creven) joos va(n) cav(er)soen voirmaels tegen den voirs(creven) ja(n)ne helsscheviers gecocht heeft] p(ro)ut/ cor(am) h(er)meys buetsselle decembr(is) ultima