SAL8219, Akte: R°22.2-V°22.1 (48 van 96)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°22.2-V°22.1  
Act
Datum: 1568-10-18

Transcriptie

2021-04-02 door Lise Van Hout
Item pauwels van ijssche sone wijlen/
machiels en(de) jacomijn(en) vand(er) heijden zijn huijsv(rouw)[e]/
woenen(de) te herent obligan(do) et submitten(do) in for(ma)/
in p(rese)ntia hebben geloeft m(eeste)r(e)n roelanden de rijcke/
pensionaris des(er) stadt loven(e) allesints costeloos/
en(de) schadeloos tontheffen(e) en(de) indempneren van/
alsulcken halve mudde rogs erffchijns jairl(ijx)/
s(in)[t] andriess(miss)[e] te bet(aelen)[e], als jonch(e)[r] jan van(der)/
ee heere van herent jairl(ijx) trecken(de) is op/
onderhalff dach(mael) lants gelegen te herent opt/
broeckvelt reg(enot)[e] jouff(rouw)e marie roeloffs/
ter eenre, m(eeste)r roelant de rijcke ter/
andere, thomas van haecht ter iii[er] zijden,/
den v(oir)s(creven) m(eest)r(e)n roeland(e) toebehoiren(de), gelovende/
de zelve rinte van een(en) halven mudde cor(en)/
aen(den) v(oir)s(creven) jonckh(e)[r] jan(ne) van hee jairl(ijx) van nu voertaen(e)/
soe in tijts te betaelen(e) dat de v(oir)s(creven) m(eeste)[r] roelant/
en(de) zijn(en) goeden v(oir)s(creven) daer doere nijet beschadicht en/
wordde, Ende om den v(oir)s(creven) m(eeste)[r] roelan(de) en(de) zijn(en)/
goeden v(oir)s(creven)
de rijcke meerdere sekerheijt van(den)/
v(oir)s(creven) geloefte van ontheffinge der voirs(creven)/
rente te doen(e), hebben die v(oir)s(creven) gehuijsschen/
in tegenwoerdich(eijt) des meijers van loven(e) daer/
over staen(de) (et)c(etera) in titule van wettigen onderpande,
//
opgedraegen met behoirl(ijcke) v(er)thijdeniss(en) de hellicht/
van een(en) huijsken gelijck tselve gelegen is inde/
pro(chie) van herent inde belsenaken straete tusschen/
de wederhellicht ter eenre, dbroeckvelt ter/
ii[er], die goeden jacops imbrechts ter iii[er], ende/
sheeren straete ald(aer) ter iiii[er], de quo subpignore/
satis, Et war(as) opde hellicht van i[en] boon den heere/
van(den) gronde, op ii cap(uijnen) xviii[en] aen jonch(e)[r] loijs/
van(der) thommen, opde hellicht van ii cap(uijnen) xviii[ten]/
der kercken van herent, ende noch opde hellicht/
van een mudde cor(en) aen jonch(e)[r] adriaen(e) van duffele,/
noch opde hellicht van xxv st(uvers) aen marie van/
rave(n)schote te loven(e), noch opde hellicht van xxv/
st(uvers) erffel(ijck) te quijten(e) nae inhoudt van(den) bescheede/
daeraff zijn(de), den aultaer van s(in)[te] anne bijnnen/
loven(e) der kercken van s(in)[te] peeters te loven(e),/
ende noch opde hellicht van xxiiii st(uvers) tsjaers den/
apostelen bijnnen loven(en) terminis tanq(ua)m p(ro)ut iure/
aut, cor(am) liedekercke berthijns octobr(is) xviii
Nagekeken doorInge Moris , Hadewijch Masure
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2014-01-17 door Inge Moris