SAL7306, Akte: R°298.1 (123 van 129)
Akte R°298.1
Act
Datum: 1408-07-10
Transcriptie
2017-10-24 door xavier delacourtCont sij allen lieden dat mechiel van potsuynsb(er)ghe es comen in jegenw(or)dicheide(n) der scepen(en) va(n) lov(en) en(de) heeft geloeft en(de)/
bekent dat hij sculdich es beat(ri)cen die wijf es henr(ix) van lenke scoenmak(er)s iiii engelsche nobele [d(er) munte(n) sconi(n)x va(n) yngela(n)t]
van goude goet ende/
gheve jaerlek(er) lijfpens(ien) ten live der vors(creven) beat(ri)cen deen helft ut xv dage in junio en(de) dand(er) helcht [xv dage] in de maent/
van decembr(is) [en(de) dand(er) helcht xv dage in junio] te betaelne der selver beat(ri)cen alle jare alsoe langhe alsij leve(n) sal en(de) niet lang(er)
en(de) telken t(er)mine als/
vervolghde schout [En(de) want henr(ic) va(n) lenke en(de) sijn wijf vorscr(even) iiii eng(elsche) nobele gecocht hebbe(n) op de stat van sentr(uden)
tott] [den] [live magr(iet)en va(n)
ene(n) va(n) [mechiels] sine(n) kinde(re)n soe es vorw(er)de It(em) es vorw(er)de w(aer)t oec alsoe dat de stat va(n) s(ent)trude(n) de [vors(creven)]
lijfpens(ien) [va(n) bet(alen) va(n) nobelen] der porte(re)n va(n)
lov(en) vererfde dat nochtan de vors(creven) mechiel der vors(creven) beat(ri)cen alsoe langhe alsij leven soude de vors(creven) iiii
nobele gelden soude en(de) betalen ten t(er)mine(n) bove(n) bescr(even) pynnoc huffele julii x[a]] met alsulk(er) vorw(er)den w(aer)t alsoe dat die
stat van sentruden [de vors(creven) lijfpens(ien) va(n) nobelen die sij nu ge va(n) lov(en) recht hebbe(n)] niet en betaelden hoe(re)n pensionar(is)hoe(r) lijfpens(ien)/die sij hen jaerlex sculdech es dat dan van dier tijt dat en(de) hoe(r) stat slote [voe(r) hoe(r) pe(n)sionar(is) va(n) lov(en) vors(creven)] dat dan van
dier tijt dat de stat van sentr(uden)/
slote en(de) niet en betaelde [de vors(creven) nobele] de vors(creven) mechiel ongehouden sijn soude der vors(creven) beat(ri)cen de vors(creven) iiii
nobele te betaelne ten t(er)mine(n)/bove(n) bescr(even) [voergh(eruert)] tot dier tijt toe dat sij wed(er) betaelde(n) en(de) gnoech deden hoe(re)n pensionar(is) [va(n) lov(en)] va(n) der
[vors(creven)] lijftocht [va(n) nobele(n)] die sij [hen] sculdich/
es [en(de)] dat dan de selve mechiel der vors(creven) beat(ri)ce(n) betale(n) [soude] de vors(creven) iiii nobele ten t(er)mine(n) bove(n) besc(reven)
sond(er) argelist
Nagekeken door: Greet Stevens , Jos Jonckheer
Moderator: Greet Stevens
Laatste update:: 2016-10-18 door Xavier Delacourt