SAL7327, Akte: R°317.1 (221 van 277)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°317.1  
Act

Transcriptie

2020-06-17 door Jos Jonckheer
Cond zij allen lieden dat de meyer van loven(e) met den scepen(en) van loven(e)/
heeft geleidt willem(me) gans tot den goeden hier nae bescreve(n) symoens vand(er)/
scaelgen dieme(n) heet inden rinck Te weten es tot den groete(n) steynen huyse met/
der vorster vouten ond(er) tselve huys tot den voirs(creven) groete(n) huyse hoe(re)nde gelegen/
tusscen dechterste voute die [de] voirs(creven) symoen behelt [ond(er) tselve huys] en(de) de dorpstrate [te gade(r) met der goet came(re)n] en(de) kelde(r)/
dair ond(er) [tot den groeten huyse behoe(re)nde en(de) met den kelde(r) dair onder] met der cokene(n) en(de) met eenre steyne(n) came(re)n neve(n) de selve cokene/
[te gade(r)] met ene(n) gedeelte vanden hove gelikerwijs dat tvoirs(creven) steynen huys met der/
voirs(creven) came(re)n met der cokene(n) en(de) came(re)n aen de selve cokene en(de) met den gedeelte/
vande(n) voirs(creven) hove gelege(n) sijn inde dorpstrate tusschen den plain vander nederzalen/
en(de) de vout(er)came(r) des voirs(creven) symoens dair neve(n) [aen] gelege(n) in deen zijde en(de) de/
goede h(er)mans raets beckers in dand(er) zijde streckende met den gedeelte vande(n)/
voirs(creven) hove vande(n) egge vand(er) voirs(creven) vouter came(re)n tot aen den pael dair achter/
[inden hof] staende gelikerwijs dat dat gedeelte hoefs met d(er) schue(re)n dair op staende/
gelege(n) es tusschen dwed(er) gedeelte vande(n) selve(n) hove des voirs(creven) symoens ende/
de gri grijmstrate te gade(r) met den wijng(ar)de en(de) acht(er)hove streckende tot/
aen de goede h(ere)n henrix corf priesters gelijc als sij [den selven wijng(ar)t en(de) acht(er)hof] gelege(n) sijn tusschen de voirs(creven)/
grijmstrate en(de) de goede m(ar)griete(n) loybaens en(de) h(ere)n henrix voirs(creven) acht(er) beyde/
de gedeelte vanden voirs(creven) hove Behoudelic dien dat de voirscr(even) symoen/
vanden gedeelte van sijne(n) voirs(creven) hove behouden sal [vanden selven sijnen hove] sine(n) wech vijf voete breet/
over den voirs(creven) achterhof neven de goede jans ouderoggs tot aen de goede/
margriete(n) loybaens voirs(creven) die uut come(n) inde bakeleynst(ra)te voir een schout/
te weten es hondert ponde(n) oud(er) groete tornoyse goet en(de) gheeve inden welke(n)/
de voirs(creven) symoen vand(er) scaelgen tot den voirs(creven) willem(me) gans wart gehoude(n)/
was met scepen(en) brieve(n) van loven(e) d(air) op gemaect van welke(n) goede(n) voirs(creven) de/
voirs(creven) willem gans te vo(r)en clage hadde vanden he(re) vande(n) gronde also dat de/
voirs(creven) meyer van lov(en) met den voirs(creven) scepen(en) heeft geleidt den voirs(creven) willem(me)/
gans tot den voirscr(even) goeden midts macht van sijne(n) voirs(creven) scepen(en) brieve(n) voir sijn/
schout voirg(eruert) in alle d(er) manie(re)n en(de) vorme(n) also dat schuldich es te gescien/
nae den rechte d(er) stat van lov(en) Behoudelic elkermalken sijne(n) rechte h(ier)/
wa(r)en over wout(er) pynnoc de jonge en(de) goessen ouderogge scab(inis) scepen(en) van/
loven(e) Gegeve(n) int jair ons he(re)n xiiii[c] en(de) dertich xvi dage in januario
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2012-09-12 door Sabrina Keyaerts