It(em) jan stevens wonen(de) in s(in)[te] quintens strate heeft/ bekent dat hij gehuert heeft jegen jannese van/ oppend(orp) geheten van ralenbeke ene(n) beemdt gelege(n)/ te outheve(re) tusschen de beemde lod(ewijx) van oppend(orp)/ brud(er) des voirs(creven) jannes in deen sijde en(de) de beemde/ pauwels wilen h(er) golijs en(de) des voirs(creven) ja(n)nes die/ heyns costers was in dande(r) te houden en(de) te hebben/ van half mert lestleden eene(n) t(er)mijn van drie jaren/ lanck deen nae dande(r) sond(er) middel volgen(de) elxs/ jaers dae(re)n bynne(n) om xii gulden te weten xl/ pl(acken) payments als alsulx als telken t(er)mine van/ betalingen in borssen gaen sal voir elken gulden/ gerekent te s(in)[te] mertensmisse inden wynt(er) te/ betalen jaerlijx den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde en(de) telken/ t(er)mijne als v(er)volgende schout lomb(ar)t vynck maii xxviii/ lombart vynck maii xxviii