SAL7338, Akte: V°293.2-R°294.1 (344 van 519)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte V°293.2-R°294.1  
Act
Datum: 1444-02-21

Transcriptie

2020-06-04 door Roger Morias
Item alse ghescille ende dissencien opverstaen zijn tusschen geweest overlangen tijt tusschen willem(me)/
vand(en) hoeven ende elisabeth sinen wive welke willem hem overlanc verscheydende metter/
woenen van zijnen wive voirscr(even) ende dair toe der selver met alleene hue(r) have/
en(de) allet gherede dat zij hadde hue(r) ontreckende ende met ande(re)n wiven verte(re)nde mair/
slaende stoetende ende quetsende ende hen pinende de erflijke goede willen te v(er)copen(en)/
ende hadde dair af bijden raide vand(er) vand(er) stad voirmaels niet versien geweest ende/
met wederstaende der voirs(creven) ont [voir]sienlecheit vand(er) stad soe es de selve willem nu/
cortelinge come(n) ende heeft willen noch der voirs(creven) lijsbetten zijns wijfs erfgoede v(er)copen/
ende sine schout dair inne hij gehouden was dair mede willen betalen ende de/
selver dien goede [dreygende] dat hij alsulke havelike goede als de selve lijsbet bove(n) dat/
zij sesse kinde(re) die zij vande(n) voirs(creven) willem(m)e hue(re)n man heeft opbracht hadde/
alsoe verre dat meeste deel vanden kinde(re)n voirs(creven) hue(r) kindelijn met dienen/
nu wynnen moegen weder v(er)cregen ende vergadert heeft neme(n) soude ende/
vercopen wair bij de voirs(creven) lijsbet come(n) es bijden raede vand(er) stad opdoende/
de voirs(creven) [grote] onredelicheit die willem hue(r) man aen hue(r) voertkeerde gelijc voirs(ceven)/
is Biddende oetmoedelic bijden raede vand(er) stad dair op versien te werden(e)/
alsoe de voirs(creven) stad den voirs(creven) willem(m)e hue(re)n man bescreef o(m)me bij hen te/
comen(e) tot en(de) zeke(re)n dage ende van hem te weten oft hij yet jegen tvoirs(creven)/
becroen seggen oft allige(re)n woude tot welken dage de voirs(creven) willem qua(m) die/
met oft weynich conste geantworden op tbecroen voirs(creven) mids den welken/
de raet vand(er) stad ov(er)droech dat elc van hen beyden neme(n) soude twee/
goede mans die hen vernuegen ende te vreden met guetlicheide(n) sette(n) mochte(n)/
aensiende dat dat beter wae(r) o(m)me hue(re)r beyder kinde(r)e wille dan dat/
de sake met rigoere get(er)mineert woirde gelijc alsoe zij deden ende hebben/
de voirs(creven) iiii goede manne met consente ende wille van hen beyden/
een gevoech vonden dwelc zij bijden raide vander stad bracht hebben/
op ene(n) dach van rechte ende hebben gebeden dat de raet vander/
stat dat genoech voe(r) aen t(er)minatie uutspreken wouden Ende want den/
raet vand(er) stat tvoirs(creven) genoech redeleec dochte heeft de selve stad voe(r)/
reden ende bescheit get(er)mineert dat de voirs(creven) lijsbeth den voirs(creven) wille(m)me/
hae(re)n man noch gheven sal om alles besten wille sijn schout mede te betalen
//
v rijders der mu(n)ten ts(r)toghen van burg(oig)[nen] en(de) van brabant eens/
It(em) dat de selve willem alst hem gelieft sal moegen comen/
bij sine(n) wine eten ende drincken gelijc hue(r) van des hue(r)/
ov(er) v(er)leene(n) sal mair oft hij yet anders ende meer hebben woude/
dat hij dat sal copen moeten ende [oft] doen copen ende betalen ende zijn/
wijf sal hem dat bereyden ende mede eten ende voert en sal de voirs(creven) willem/
der voirs(creven) lijsbette(n) sine(n) wive noch slaen noch stoeten noch and(er)s handelen/
dan een goet man sculdich es sijn wijf te handelen ende dat hij hue(r)/
have noch hue(r) erve en sal v(er)copen noch v(er)setten noch bezwee(re)n in eniger/
manie(re)n ende oft hij hier tegen dade dat dat de stad uutrichten soude/
aenden voirs(creven) willeme(n) als aenden ghene(n) die tegen die t(er)minacie ende/
goetduncken vand(er) stat gedaen hadden actu(m) in pleno consilio febr(uarii) xxi
Nagekeken doorkristiaan magnus
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2014-11-18 door Jos Jonckheer