SAL7339, Akte: R°100.1-V°100.1 (127 van 450)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°100.1-V°100.1  
Act
Datum: 1444-10-05

Transcriptie

2018-07-09 door Jos Jonckheer
Item mychiel absoloens die met scepen(en) br(ieven) van loeven(en) geleidt es tot de(n) goeden/
joes wijlen absoloens sijns broed(er)s [in deen sijde] en(de) jouffr(ouwe) magriete weduwe des selfs wilen/
joes [in dande(re)] gestaen voir scepen(en) van loeven(en) sijn samentlijc eens worden der pointe(n)/
ende condicien hier na bescreven [die sij malcande(re)n geloeft hebben en(de) tot elcx manissen te voldoen en(de) behoirlic te vestigen tallen plaetsen dair dat behoe(re)n sal] gestentichlijc tond(er)houde(n) Inden yerste(n) wa(n)t/
henr(ic) van winxele afgequijt heeft iiii hong(ar)sche gulden(en) erflijker re(n)ten met/
lxxx gelijker gulden(en) en(de) vollen renten die der voirs(creven) jouff(rouwe) magr(iete) huerre/
leefdage lang te huer(er) tocht toebehoire(n) souden alse goede va(n) huerre zijde(n)/
gecomen Soe es voirw(er)de dat die voirs(creven) mychiel huer die jaerlijcx betale(n)/
sal half te kersmisse en(de) half ts(in)t jansmisse tot d(er)re tijt toe dat hij die voirs(creven)/
lxxx gulden(en) ae(n)geleet sal hebben in erfgoede(n) oft rente(n) die sij tot hu(er)er/
tocht besitte(n) sal en(de) na de huer doet volgen selen hueren wettige(n) kinde(re)n na den lantrechte Ite(m) es voirt bevorw(er)t datmen alle die br(ieven) spreken(de)/
op derfgoede gecome(n) vand(er) zijden d(er) voirs(creven) jouff(rouwe) magr(iete) leggen sal in eene(n)/
kom te minderbruede(re)n d(air)af ii sluetele sijn selen den eene(n) in handen des/
voirs(creven) mychiels en(de) den ande(re)n in handen der voirs(creven) jouffr(ouwe) magr(iete) om elke(n) die/
te moege(n) hebben [op caucie] in bewaernissen van sijne(n) rechte It(em) sal de voirs(creven) jouffr(ouwe)/
den voirs(creven) mychiele ov(er)geve(n) alle die lijftochtbrieve ond(er) huer wesende alsoe v(er)re/
die op huer lijf niet en staen alsoe met rechte alsoe v(er)re alst in huer es/
dat de voirs(creven) mychiel dier mechtich wesen sal ende desgelijcx alle/
de erfbrieve vande(n) stockgoeden est [en(de)] v(er)crege(n) goede(n) des vors(creven) joes/
[en(de) tot dien heeft geloeft de voirs(creven) jouffr(ouwe) m(ar)gr(iete) den vorg(enoemde) mychiele inde selve stocgoede en(de) v(er)cregen goede te vestigen en(de) te verthien alsulken recht als zij d(air)aen hebben mach]/
voirtaen want na doode des voirs(creven) wijlen joes bleve(n) en(de) vonde(n) es tvliegen/
erve hier na bescreve(n) Te weten een koetse van iii(½) elle(n) met twee/
bedden van iii(½) ellen Een wynter koetse met i koetsbedde en(de) v oercussen(en)/
ii dosijne cussen(en) een dosine mett(er) wapen(en) gort roelants en(de) dand(er)/
metter wapen(en) sijns wijfs een tritsoir ii grote bl platte becken(en)/
ii ronde een grote scrijne voir gesneden mette(n) s(in)t jorijse Een banck/
noch een dritsoer ii voudzijdelen en(de) een banck een dritsoir ii bancke/
een voudzijdele vi ronde becken(en) onder cleyn en(de) grote iii platte becken(en)/
ii lampette deen gedect ii schrijne eene(n) grote(n) rondeel i koetse/
van iii(½) ellen mette(n) bedde i wynter koetse met ii coetsbedde(n)/
ii voeten scrijne(n) noch ii grote scrijne i dritsoer i koetse van/
iii(½) ellen ende i bedde van iii(½) elle i cleyn koetse met i/
beddeke(n) i voudzijdele i banck i grote scrijne i zetel vouwen(de)/
metter tafele(n) i cleyn scrij(n)ken een voudzijdele ii bancke/
een dritsoer i g(ro)te scrijne i cleyn ned(er)zijdelken ii lange/
tafele(n) ii paer scrage(n) noch ii cleyn bedde(n) i scrijne i voudzijdele/
een tafele vouwen(de) xix metalen potte ii ketel potte viii/
pa(n)ne(n) ii visspane iii decsele i lavoir viii witte ketele iii/
oescruyke(n) i hantvat ii lavoire met ii toetele(n) ii lavoere/
met i toetele ii zijden ix nege(n) swerte ketele ii vierpanne(n)
//
een koetse van iii ellen met ii bedden deen van iii ellen en(de) dander/
van ii(½) elle i grote scrijne i bade cuype een wyntel koetse/
met eene(n) bedde It(em) noch ii bedde elc van ix vierdele(n) i koetse/
van iii elle(n) i bedde van iii elle(n) i dritsoer i coetse van ii elle(n)/
ii bedden i zetel i lang voet scrijne i voudzijdele i halsba(n)t/
van ix onssen goudts met iii dyamante en(de) ande(re) gesteynte iii ov(er)decte/
v(er)guld(en) croese wegen(de) omtrent xii merct It(em) noch ii bedden en(de)/
xii oercussene(n) Soe sal de voirs(creven) jouffr(ouwe) dat gebruyke(n) als/
tochtersse sond(er) te moege(n) v(er)tiere(n) op dat na hue(r) doot toecome(n)/
moge huere(n) wettige(n) kindere(n) na den lantrechte te deyle(n)/
It(em) sal de voirs(creven) jouff(rouwe) behoude(n) en(de) tot huere(n) wille bekeere(n)/
alle alsulke(n) have als p opte(n) tijt van nu es inde(n) huyse d(aer)/
de voirs(creven) wile(n) joes aflivich werdt aen de binne(n)ste borchstraetpoirte/
gelege(n) uutgenome(n) alle thernasch en(de) wapen(en) na de(n) selve(n)/
joese gebleve(n) metter scapreede(n) d(air) toe hoiren(de) dat de(n) selve(n) mychiele/
volgen sal Desg(elijcx) sal oec de(n) selve(n) mychiele volge(n) alle/
alsulke(n) schout oft have als bute(n) de(n) selve(n) huyse es en(de)/
na de(n) voirs(creven) joese bleve(n) mach sijn het zij van gevallen(en)/
rente(n) alsoe wale vande(n) goede(n) vand(er) voirs(creven) jouffr(ouwe) zijde(n)/
gecome(n) oft and(er)s tot de(n) dage toe van hede(n) gevalle(n) Item/
voirtaen es tussce(n) den voirs(creven) p(ar)tien gevorw(er)t dat de(n) kindere(n)/
joes wijlen abs(oloens) volge(n) selen alle have of cleynette(n) die sij/
nu hebben hoedanich die sijn sond(er) d(er) voirs(creven) jouff(rouwe) dair/
inne gericht te sijne Welken saken de voirs(creven) p(ar)tien geloeft/
hebben malcandere(n) te voldoene en(de) na te volgen sond(er) fraude/
ende argelist rij abs(oloens) overwynge oct(obris) q(ui)nta
Nagekeken doorWalter Winnelinckx
ModeratorWalter Winnelinckx
Laatste update:: 2016-11-11 door Jos Jonckheer