It(em) willem de rademake(re) van comptich in p(rese)ncia/ heeft genomen en(de) bekent dat hij genomen heeft/ van machielen abs(oloens) nu t(er) tijt borg(er)meester te loven(en)/ alle alsulke wynnen(de) lande en(de) een bemdeken alse de selve/ machiel te comptich liggende hee en(de) de selve wyn/ h(ier) voirtiden gehouden heeft Te houden te hebben/ en(de) te wynnen van half m(er)te nestcomen(de) over enen t(er)mijn/ van vijf jae(re)n lang v(er)volgende Elx jairs dae(re)n bynnen/ om xvii sacke en(de) een halster corens pacht van comptich en(de)/ mate van thienen te weten vi halste(re)n d(er) voirs(creven) maten/ voir enen sack gerekent en(de) enen mottoen alle jae(re) s(in)te/ andr(ies) misse apostels te bet(alen) en(de) te loven(en) te leve(re)n/ den voirs(creven) t(er)mijn due(re)nde quol(ibet) ass(ecutu)[m] It(em) es vorwerde/ dat de voirs(creven) wynne de voirg(eruerde) goede wel en(de) loflijc/ wynnen werven en(de) mesten sal gelijc sijne(n) reengenoten/ boven en(de) beneden en(de) die laten te sinen afscheiden alzo/ hij die bevonden heeft te sijnen aencomen Inde est/ fideiussor henricus rademake(re) f(rate)r d(i)c(t)i will(el)mi et/ p(ri)m(us) rijke lyntre iu(n)ior aug(usti) p(ri)ma