It(em) jonch(e)r jan van voelne heeft geloeft jouff(rouwe) lijsbette(n) boets oft/ alsoe geboerde dat de selve jouffr(ouwe) mette(n) rechte te nieute/ gedoen conste alsulke(n) scepen(en) br(ieven) van loeven(en) alse de voirs(creven)/ jonch(e)r jan en(de) de heyligegheest va(n) voelne hebbe(n) op de/ goede vand(er) horst met hoe(re)n toebeh(oirten) vande(n) derde(n)deele van/ hondert guld(en) tsjaers te ii t(er)mijne(n) te betale(n) d(air)af de voirs(creven)/ jonch(e)r jan alse vande(n) t(er)mijne(n) van s(in)t jans(misse) lestlede(n) gehave(n)/ heeft vander voirs(creven) jouffr(ouwe) xvi(½) en(de) tderdel van eene(n)/ rijnsche guld(en) [in goude] xviii(½) stuv(er)s voir elke(n) guld(en) gerekent en(de)/ viii r(ijns) guld(en) tstuc te xix stuv(er)s voir de(n) cost vander/ pandinge(n) d(air) op geloepe(n) dat dan en(de) in dien gevalle/ de voirs(creven) jonch(e)r der voirs(creven) jouff(rouwe) de voirs(creven) so(m)me va(n)/ xvi(½) een half derdendeel en(de) viii r(ijns) gul(den) betale(n) sal/ ende restituere(n) p(rese)ntib(us) py(n)noc abs(oloens) sept(embris) xxii