SAL7342, Akte: R°208.3 (334 van 649)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°208.3  
Act
Datum: 1447-12-16

Transcriptie

 door 
Vander aenspraken die inden rechte voir meye(r) ende scepen(en) van loven(en)/
ghedaen heeft vranck vanden hove tot jonch(e)r lyebrechte here te meldert/
ende te buedinghen alse van eenen p(er)de dat den telt ghinck dwelc de/
voirs(creven) jonch(e)r lyebrecht voirtijts vanden voirs(creven) vrancken ghehadt hadde/
op alsoe dat hij hem weder als hijs begheerde alsoe goeden wedergave/
ende alse van x cronen oft de werde die de voirs(creven) jonch(e)r lyebrecht/
te bruessel aen coudenberch inde herberghe verteert soude hebben ende hem van/
montcoste sculdich bleven was des hij sijne(n) eedt als weert bodt te doen/
ende vanden yersten deilde hij den eet den voirs(creven) jonch(e)r lyebrechte/
als vanden p(er)de oft hij booten selve te houden nae verantwerden des/
voirs(creven) jonch(e)r lyebrechts en(de) thoenessen dat hij daer af inden rechte oppenbaerlijc/
lyde leyde dair hij yerst toe gewijst was Wart gewijst bijden he(re)n ende/
scepen(en) van loven(en) ter manissen smeyers dat alsulcken aensprake/
als van desen de voirs(creven) vrancke ten voirs(creven) jonch(e)r gedaen hadde dat/
die den selve(n) jonch(er) lyebrechte gheene onstaede doen en soude/
p(rese)ntib(us) abs(oloens) py(n)noc witte willem(air) decembr(is) xvi[a]
Nagekeken door
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2015-08-20 door Agata Dierick