SAL7345, Akte: R°26.4 (48 van 627)
Zoek akte
Vorige | Volgende
Akte R°26.4  
Act
Datum: 1451-07-12

Transcriptie

 door 
Tvo(n)nis tusschen janne gruesselijn in deen zijde en(de) thoemase colve in dand(er)/
alse van eenen huyse en(de) hove met zijnder toebehoerten dat de voirs(creven)/
thoemaes naest den huyse en(de) hove met zijnd(er) toebehoerten des/
voirs(creven) jans grueselijn heeft leggen(de) inde percstrate en(de) dat de selve/
gruesselijn teghen den selven colve(n) opden chijs dair voe(r) uutgaende/
gecocht hadde alsoe hij meynde om xii guld(en) peters der mu(n)ten ons/
gened(ichs) he(re)n eens oft de weerde bynnen jaers te betalen dat de selve/
thoemaes alsoe geschiet te sijne bethuyghde met vrancken willemair/
die dair ov(er) als borgermeesters geweest hadde en(de) de vors(creven) coepma(n)scap/
gemaect mits ande(re)n stoote(n) die de vors(creven) p(ar)tien voe(r) hen hadden te/
vere(n)nighen Wert gewijst met desen worden bijden he(re)n scepen(en) van lov(en)/
ter manissen smeyers dat de vors(creven) p(ar)tien vand(er) voirs(creven) coepmanscap malcand(ere)n/
genoech doen souden nae dat de voirs(creven) [waerheit] gedragen hadde p(rese)ntib(us) o(mn)ib(us)/
scab(inis) dempto mych(aele) abs(oloens) julii xxiiii xii
Nagekeken door
Moderatorkristiaan magnus
Laatste update:: 2016-02-23 door Jos Jonckheer