Item alsoe als inder deylinghen die de vors(creven) weduwe met hue(re)n/ kynde(re)n den vors(creven) gebruede(re)n van nethen(en) vanden vliegen(de) erve/ vors(creven) gedaen hebben zeke(r) gescille gevallen is o(m)me eenen/ vergulden(en) cruyt nap en(de) twee verguld(en) overdecte croese die/ de vors(creven) van nethen(en) meynden dat hen toebehoerden [d(aer) af huer p(ar)tie(n) hielde(n) de (con)t(ra)rie] Soe zijn/ dair af de vors(creven) p(ar)tien bij hue(re)n vrienden dair af vere(n)nicht/ op de manie(re) hier nae verclaert die zij te beyden zijden geloeft/ hebben te volve(re)n en(de) tonderhouden Yerst alse vanden vors(creven) cruyt/ nappe dat dien de vors(creven) weduwe ter stont sal bringhen ond(er)/ scepen(en) dair dien den t(er)mijn van vi weken sal bliven staende/ en(de) nae dien tijt verstreken zullen de vors(creven) gebruede(re)n van nethen(en)
//
dair af moegen comen in possessien en(de) dien hebbende zullen zijter/ af tegen eenen yegeliken dien aenspreken soude willen alsoe/ wale tegen de vors(creven) weduwe met hue(re)n kynde(re)n als tegen ande(re)n/ recht warant zijn en(de) als vanden vors(creven) twee guld(en) croesen/ Dair af es vorweerde soe v(er)re men bijden rechte vander stat/ beveint dat die vliegen(de) erve zijn soe sal den eenen van dien/ hebben de vors(creven) weduwe en(de) in dien gevalle de vors(creven) gebruede(re)n/ van nethen(en) den ande(re)n op alsoe dat de vors(creven) weduwe vanden/ eene(n) voir uut hebben sal hue(re)n koese en(de) op dat also den eene(n)/ den vors(creven) gebruede(re)n volght so sullen zij van dien tege(n) eene(n)/ yegelijken van ande(re)n p(ar)tien dan de vors(creven) weduwe oft hue(r) kynd(ere)/die hen [die dien] aenspreken soude(n) moege(n) recht warant zijn eisd(em)

It(em) de(n) cruynap voirs(creven) wegen(de) vier merck vier onsen once(n) en(de) vii yngelsche heeft/ vranck py(n)nock inde(n) name m(ijn) vrouwe(n) voirs(creven) gesedt ond(er) scepen(en) t(er) condicie(n) voirs(creven)/ D(aer) ov(er) wae(re)n willem(air) col(onia) no(vem)[br(is)] xxv a(nn)[o] li Et ego [g(erardus)] baussele habeo illu(m)