Nadesen is comen jonch(e)r anthonijs van berghen meynen(de) dat de/ vors(creven) jan v(er)melle tonrechte de voirs(creven) goede aen hem sloeghe/ v(er)suekende inden name vand(en) voirs(creven) van bolant die hij seyde/ dat hi op heden voer oogen niet comen en conste dat den/ vors(creven) ja(n)ne v(er)melle dach werde gedaen voe(r) den raide vand(er)/ stat om aldaer ten coste vanden ongeliken oft op de pene/ vanden costen te betalen d(aer) ande(r) p(ar)tien of yemant sijnen dach/ v(er)suempde oft also sterc niet en quame dat hij den rechte ontfanc/ baer wae(re) bevonden te wordden des ind(er) saken behoerde te/ gescien en(de) recht soude wesen dair op de vors(creven) jan meynde/ dat hem al dat aen sijn scepen(en) brieven en(de) gevorderde recht/ gheen ontstade ge doen en soude maer niet myn ten onderwise/ vanden burg(er)meester was hij ten uut(er)sten te vreden sijn (con)sent/ huer toe te gheven behalven sijnen rechte en(de) sijnd(er) possessien/ dair hij inne stonde also hij meynde Dair beyde de voirs(creven)/ p(ar)tien te weten(e) de voirs(creven) jonch(e)r anthonijs inden name als/ voe(r) ter eend(er) zijden en(de) de vors(creven) jan ter ande(r) dach name(n)/ voe(r) den raide vand(er) stat te comen des sond(aeghs) [goensdaeghs] na groet vasten/ avont p(rese)nt(ibus) willem(air) burg(imagist)[ro] febr(uarii) xix