Item jan van brakele als man en(de) mo(m)boe(r) gerardinem zijns wijfs in p(rese)ncia/ burgim(a)g(ist)roru(m) et (con)sul(i)u(m) opidi lov(aniensis) heeft gekint en(de) gelijt dat hij also/ v(er)re als hem en(de) sijnen wijve aengheet geheelic en(de) al afgedaen/ hadde en(de) dede af alle alsulken vorderinghe van rechte als hij bego(n)nen/ hadde te vorde(re)n voe(r) den leenhee(r) en(de) ma(n)nen shoofs van lynte(r)/ jeghen janne van haemstele oem des vors(creven) sijns wijfs van alsulken/ leengoeden als de vors(creven) jan vanden vors(creven) leenhee(r) houden(de) is/ v(er)thidende alle trecht en(de) aenspraken dat hij als mo(m)boe(r) vors(creven)/ dair toe hebben mochte Ghelooven(de) vort den vors(creven) ja(n)ne/ van haemstele te vernueghen en(de) op te richten alle alsulken/ costen van rechte als hij int vervolghen in des(er) saken vorscr(even)/ geleden mach hebben act(um) in pleno (con)silio augusti xxi